-3- Geen modern citaat dus. Dan gaan we maar verder terug in de geschiedenis en dat is toch ook zeer passend in deze stad en in dit gebouw. En zo kom ik uit bij een gedachte van Mr. Johannes van Wijngaardensecretaris, notaris en burgemeester van Willemstad in de vorige eeuw. In het boek 'De wachter aan het Hollandsch Diep" - door Dieuwke Winsemius geschreven aan de hand van de in het bezit van de gemeente zijnde dagboeken van de heer Van Wijn gaarden - staat op pagina 173: "Zijn hoofd zat boordevol plannen om de stad "te vèrheffen. Vooruitgang van de Willemstad, "dat was zijn doel. Niet alleen de bestrating, "ook de verlichting moest verbeterd worden". Nu zijn we toch wel op bekend terrein aangekomen: plannen om de stad te ver heffen; vooruitgang van de Willemstad. Bestrating en verlichting verbeteren. Raad, u beleeft dat vanmiddag allemaal opnieuw. Alleen de vooruitgang van de stad en de verheffing, deze begrippen worden van daag wel wat anders utgelegd. Het idee van een stad met 6000 8000 inwoners (nog in het begin van de 70er jaren door de Provinciale Planologische Dienst verwoord) is definitief bijgezet in de kast van nimmer uitgewerkte plannen. Vooruitgang en verheffing betekenen vandaag: bewaren wat er is. Verbeter de kwaliteit en niet alleen de kwantiteit. Het streven naar grote uitbreiding, naar massa-toerisme dat alles is op de tweede plaats gekomen. Het citaat gaat verder: "Toen hij dat eens naar voren bracht, had een "van de wethouders gezegd dat het onzin was". Een meningsverschil in b. en w. Dat komt meer voor, ook in Willemstad. Er zijn wel eens grote tegenstellingen geweest, maar uiteindelijk heeft het zakelijk inzicht het altijd gewonnen. Raad, ook u staat bekend als een zakelijk bestuurscollege, werkende vanuit minderheidsposities: geen der fracties heeft de meerderheid. Daarom kunt u, werkend in een sfeer van wederzijdse afhankelijkheid en in collegialiteit, he~ beleid voor de gemeente vaststellen. In de afgelopen jaren hebt u er blijk van gegeven een volwassen democratisch bestuursorgaan te zijn. Daarvoor past mijn grote waardering en dank. Mijn werkperiode in Willemstad loopt nu ten einde. Daarbij moet het wel opvallen, dat de beide wethouders, die in 1978 voor het eerst in Wassenaar kwamen kennismaken, vandaag nog aan de tafel zitten. U hebt beiden - vooral in de eerste jaren - weieens gezegd: "we maken nog wel een andere burger mee" en dat is nog uitgekomen ook. Ik dank u zeer voor de wijze waarop u mij altijd ruimte hebt gegeven en met mij bent omgesprongen, springer die ik ben. Ik dank ook de mederwerks van de gemeente, het secretariepersoneel en de mede werkers van openbare werken. Zij hebben mijn ongeduld soms geduldig gedragen, soms ook tegenspartelend. En ook dat laatste is van belang. Het openbaar be stuur heeft loyale, maar ook kritische en vooral geen ja-knikkende ambtenaren nodig. Mijn bijzonder dank geldt de secretaris. Tot 1 augustus de heer Van Nispen en sedertdien de heer Nieuwkoop. De positie van eerste adviseur van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester is een uiterst be langrijke, want het ambtelijk advies is toch altijd de basis waarop de beslui ten genomen worden, hoe weinig er soms naar het advies geluisterd wordt. Van groot belang is ook de schakelfunctie die de secretaris vervult tussen be stuur en ambtelijk apparaat. Secretaris, u en uw medewerkers geldt mijn dank en waardering. -Aan-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 249