-6- de in 1982 verleende tijdelijke vergunning tot uitbreiding van de exploitatie van het kampeerterrein voor 312 personen in 88 tenten en/of caravans. De gang van zaken met betrekking tot deze vergunning heeft sporen van verwondering en verbijstering bij het college nagelaten. Toen de gedeputeerde staten in novem ber 1983 wederom advies vroegen omtrent het verzoek tot verlenging van de (tij delijke) exploitatievergunning, hebben burgemeester en wethouders verwezen naar hun eerder ingenomen standpunt. Het ambtelijk vooroverleg plegen over een ver gunning die reeds verleend is, is op zijn zachts gezegd merkwaardig. De voor zitter voegt er wel aan toe dat voorzover bekend is, de ambtenaren die namens de gedeputeerde staten onderhandelden, later ook met verwondering kennis hebben genomen van de omstandigheid dat de vergunning op het tijdstip van het overleg reeds verleend was. Deze gang van zaken heeft de verdere procedure echter niet vergemakkelijkt. De heer de Visser heeft er op gewezen dat de oorspronkelijke exploitatievergunning maximaal 1250 personen in 312 tenten en/of caravans betrof. De raad was bereid medewerking te verlenen aan een kwalitatieve verbetering van het kampeerterrein- De recreatieve druk mocht niet opgevoerd worden. Binnen het kader van de normen van de Nederlandse Kampeerraad en een dalende gemiddelde bezetting, zou een uitbreiding van het aantal staanplaatsen tot 350 haalbaar zijn. In werkelijkheid bleek het aantal staanplaatsen reeds 400 te bedragen. De gedeputeerde staten hadden inmiddels ook een uitbreiding van de exploitatie tot 400 plaatsen toegestaan. De fractie van de P.v.d.A. komt er eigenlijk op neer op welke wijze het aantal standplaatsen tot 350 kan worden teruggebracht. Als de raad besluit dat het aantal staanplaatsen maximaal 350 mag bedragen, moet de gemeente er dan middels bestuursdwang 50 wegslepen? De laatste 50? Wie zijn dat? Juridisch is dit heel erg moeilijk. De fractie van de P.v.d.A. heeft er voorts op gewezen dat als het aantal stand plaatsen van 400 naar 350 moet worden teruggebracht, de last van de 50 verdwe nen plaatsen gedragen moet worden door de resterende 350. Er wordt toch gescho ven met belangen van mensen die er niets aan kunnen doen. De vier argumenten die het college aanvoert om het aantal staanplaatsen formeel op 400 te brengen, deelt de fractie van de P.v.d.A. als er een garantie gegeven wordt dat de voor waarden verbonden aan een exploitatievergunning voor 400 plaatsen worden nage leefd. Hoe zorgvuldig moet je dan met elkaar leven? Als de Kampeerwet in werking treedt, gaat het gemeentebestuur de exploitatievergunning verlenen. Van gemeen tewege moet dan de naleving van de voorwaarden worden gecontroleerd. Dan zijn er betere controlemogelijkheden. Wanneer het sanerings- en herindelingsplan in 5 jaar wordt uitgevoerd, zal de gemeente daar ook toezicht op houden. De con trole is dan veel effectiever. Eens te meer is weer eens bewezen dat hoe ver der de mensen van een bepaalde zaak afstaan hoe moeilijker zo'n zaak te contro leren is. Er zullen vanaf heden goede randvoorwaarden voor controle geschapen moeten worden. De fractie van het C.D.A. heeft erop geattendeerd dat het sanerings- en herin delingsplan een goed inzicht geeft hoe het kampeerterrein kwalitatief kan wor den verbeterd. Alle verbeteringen zijn opgesomd. De fractie van het C.D.A. is voor 423 staanplaatsen. Burgemeester en wethouders hebben het aantal plaatsen dat na de sanering en herinrichting op de camping realiseerbaar is zorgvuldig bezien. Het is echter zo dat tegen de wil van het gemeentebestuur reeds 400 staanplaatsen op de camping gerealiseerd zijn. Dit is een feit. Het gemeentelijk beleid is er steeds op gericht geweest de openlucht recreatievoorzieningen niet verder uit te breiden. Recreatie is prima, maar er moet goed op de leefbaarheid van Willemstad gelet worden. Met 400 plaatsen wordt nu formeel ingestemd; dat kan niet anders. Een aantal plaatsen van 423 is op grond van het gemeentelijk openluchtrecreatiebeleid niet aanvaardbaar. Dan wordt er gesteld dat met 423 staanplaatsen en een gemiddelde bezetting van 3,11 het maximaal aantal toelaatbare personen van 1572 volgens de door de gede puteerde staten verleende exploitatievergunning nog lang niet gehaald wordt. Zo redenerend zijn 450, of 470 staanplaatsen ook nog verdedigbaar. Er moet een duidelijk standpunt ingenomen worden. Tot heden toe is steeds gezegd: wat er nu is, willen we handhaven en verbeteren. -Uitbreiding-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 22