2. deze motie ter kennis te brengen van:
- de verkeersspecialisten van de fracties van het C.D.A., P.v.d.A. en V.V.D.
in de Tweede Kamer der Staten-Genehaal
- de besturen van de gemeenten Fijnaart en Heijningen, Dinteloord en Prinsen
land, Klundert en Korendijk Zuid-Beijerland
en gaat over tot de orde van de dag.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt deze motie aanvaard.
De voorzitter zegt dat de motie op zeer korte termijn te bestemder plekke zal
worden gedeponeerd. Hij spoort de verschillende fracties aan om, wanneer zij
daartoe contacten hebben, met de regiovertegenwoordiger uit de Tweede Kamer der
Staten Generaal van hun partij omtrent deze zaak eens mondeling contact op te
nemen om te bezien of de Kamerleden bereid zijn deze zaak ter hand te nemen.
De voorzitter is ervan overtuigd dat bij de Kamerleden deze bereidheid aanwezig
is.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen
stukken voor kennisgeving aangenomen.
Notitie betreffende het sanerings- en herindelingsplan voor camping Bovensluis<
De heer de Visser zegt namens de fractie van de P.v.d.A. het volgende:
"Zoals terecht in het voorstel van burgemeester en wethouders wordt geformuleerd,
heeft de raad zo'n kleine vier jaar geleden uitgesproken mee te willen werken
aan een kwalitatieve verbetering van de camping. In het door de raad aangenomen
Beleidsprogramma-in-hoofdlijnen voor Willemstad 1984-1986 wordt uitgesproken dat
de recreatieve functie van Willemstad op peil wordt gehouden en aangepast
aan hedendaagse kwalitatieve eisen, wat echter niet mag leiden tot verhoging
van de recreatiedruk.
Als wij beginnen bij de bestaande toestand, lezen we dat er 401 jaarplaatsen
zijn op deze camping. Men wil uitbreiden tot 423. Er is vergunning voor 350.
Eerdergenoemde uitspraak van de raad betekende geen kwantitatieve vermeerde
ring» geen uitbreiding van standplaatsen. Maar het toezicht op de naleving van
de voorschriften lag bij de provincie.
Op 12 juni 1981 is het standpunt van de raad meegedeeld aan gedeputeerde staten.
De leden van dit-college stemden echter in met een uitbreiding tot 400 stand
plaatsen.
Het voorgaande betekent dat de raad in feite voor het blok geplaatst is. Het
is duidelijk dat andere overheden en instanties een inbreng hebben, waaraan
die van de raad kennelijk ondergeschikt is.
Het is logisch dat plannen gemaakt worden, afgesteld op mogelijkheden die aan
gereikt worden.
Het gevolg van deze geschiedenis is dat als de raad haar destijds ingenomen
standpunt zou handhaven, 50 plaatsen zouden moeten verdwijnen. En de lasten
van de oppervlaktevergroting zouden bij de 350 overige standplaatshouders wor
den ondergebracht.
Volgens de fractie van de Partij v.d. Arbeid is dat onaanvaardbaar en tevens
strijdig met de geest van het Beleidsprogramma. Het gaat niet om 50 huurders
weg te sturen en 350 resterende standplaatshouders een kostenverhoging te be
zorgen
Hieruit volgt de volgende vraag: hoe zorgvuldig moet of kan een gemeenteraad
bezig zijn opdat haar besluiten niet tegen haar en in dit geval 400 standplaats
houders van een camping gebruikt worden als de voorschriften in een vergunning
niet worden nageleefd.
Mede gezien de oppervlaktenormen voor standplaatsen volgens de richtlijnen van
de Nederlandse Kampeerraad, gezien de duidelijk waarneembare daling van de ge
middelde bezetting per kampeereenheid, gezien de met name onder punt IV van het
indelingsplan genoemde kwalitatieve verbetering en de gefaseerde uitvoering van
het geheel, zou onze fractie zich wel kunnen vinden in het voorstel van burge
meester en wethouders
Maar wij vragen wel garanties, want bestuurlijk wensen wij niet meer klem ge
reden te worden."
-De-