SS -12- aanvullend krediet van ƒ.5.134,08 te voteren, met 5 stemmen voor en 6 stemmen tegen is verworpen. Voorontwerp Beleidsplan Milieuhygiëne van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant. De heer van der Sluijs zegt dat de fractie van het C.D.A. in principe accoord gaat met het voorontwerp Beleidsplan Milieuhygiëne en met de door het college voorgestelde gemeentelijk reactie daarop.Tijdens de behandeling van de Gemeente begroting 1985 zal de C.D.A.-fractie in haar algemene beschouwingen echter nader op deze materie terugkomen. Mevrouw Kroon-Klink zegt dat het Beleidsplan Milieuhygiëne de fractie van de P.v.d.A., voorzover zij dat kan beoordelen, een prima plan lijkt. Het is echter een theoretisch en filosofisch stuk, daar het geen bindende werking krijgt voor burger en overheid. Dat betreurt de P.v.d.A.-fractie zeer. Zij begrijpt dat zoiets niet van de ene op de ander dag geregeld kan worden. Maar een geleidelijke invoering met bindende afspraken vindt de fractie van de P.v.d.A. beter. Ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer heeft de P.v.d.A.-fractie een aantal vragen. Het water van het Hollandsch Diep zal gecontroleerd worden door rijks waterstaat, krijgt het college daar rapporten van? Waarom wordt het zwemwater in de badzone aan het strandje nabij de Haringvliet brug niet door Rijkswaterstaat onderzocht? Moet eventueel opgewoeld bodemresi du niet onderzocht worden? Wat te doen indien dat residu vervuild is. Het provinciaal bestuur is wel in staat onderzoek te doen naar de kwaliteit van het water aan het strandje bij de Haringvlietbrug. Is het in het kader van de beleidsnotitie, die aangeeft samenhang tussen de verschillende onderdelen te willen bevorderen, niet beter dat Rijkswaterstaat zelf het incidentele onder zoek, waarom u gevraagd hebt gaat uitvoeren? De heer Hoekwater zegt dat ook de fractie van de V.V.D. de globaliteit en vrijblij vendheid van het voorontwerp Beleidsplan Milieuhygiëne betreurt. Met betrekking tot de afvalwaterverwerking vraagt de heer Hoekwater of er voor de gemeente kosten verbonden zijn aan de afvoer van zuiveringsslib uit de riool water-zuiveringsinstallatie die aan de Oostdijk zal worden gebouwd. Wat zijn de consequenties, met name voor de gemeente, als het zuiveringsslib niet voldoet aan de door de Unie van Waterschappen terzake opgestelde richtlijnen. Met betrekking tot het afvalstoffenbeleid vraagt de heer Hoekwater wie het col lege van gedeputeerde staten behoort te wijzen op het feit dat dat college geen aandacht schenkt aan de toekomstige plaats van de vuilverbrandingsinstal latie van de V.V.R. te Roosendaal in het afvalverwerkingsproces. Is bekend wanneer het eindrapport verschijnt over de eventuele verwerking van ziekenhuisafval in de V.V.R.-oven? De heer Munters is met mevrouw Kroon-Klink en de heer Hoekwater van mening dat, zoals overigens ook door het streekgewest Westelijk Noord-Brabant is ge steld, het voorontwerp Beleidsplan Milieuhygiëne weinig "houvast" biedt voor het milieubeleid in de toekomst. De gemeente krijgt jaarlijks de resultaten toegezonden van het door rijkswater staat verrichte waterkwaliteitsonderzoek. Het is niet mogelijk om in plaats vanwege het provinciaal bestuur rijkswater staat het incidenteel onderzoek van het water aan het strandje nabij de Haring vlietbrug te laten verrichten en wel om de eenvoudige reden dat rijkswater staat geen bemoeienis heeft met de kwaliteit van het water als zwemwater. Dat heeft alleen de gemeente indien er tenminste sprake is van een ingerichte bad gelegenheid. De provincie is genegen om, indien er geen sprake is van een ingerichte zwem- gelegenheid, maar er toch wordt gezwommen, incidenteel kwaliteitsonderzoek te verrichten Overigens wordt er vanuit gegaan dat de kwaliteit van het water op de plaats waar gezwommen wordt hetzelfde is als op de plaats waar het water daadwerke lijk wordt onderzocht. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 181