-3- industriegebied Moerdijk in het Hollandsch Diep. De P.v.d.A.-fractie hoopt dat de samenwerking tot een gunstig resultaat zal leiden, namelijk het voorkomen van het storten van het vervuilde slib door het Haven- en Industrieschap Moerdijk. De heer van der Sluijs zegt naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 16 dat de C.D.A.-fractie geen bezwaar heeft tegen herdenkings-activiteiten op zondag 5 mei 1985.Zijn fractie ziet wel graag dat het college terzake in overleg treedt met het Oranjecomité. De voorzitter heeft begrip voor de opmerking van de heer van der Sluys en zegt dat het college over een en ander al zijn gedachten heeft laten gaan en dat het voornemens is om op zondag 5 mei 1985 de bevrijding op een waardige wijze te herdenken. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden dan vervol gens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. Vaststelling van het maximum-krediet in rekening-courant voor 1985. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met de n.v. Bank voor Neder- landsche Gemeentenovereen te komen, dat het krediet in rekening-courant inge volge de overeenkomst, met de bank gesloten op 6/7 februari 1969, voor het jaar 1985 wordt vastgesteld op ƒ.1.000.000,behoudens nader tussen partijen, voor zoveel nodig na bekomen goedkeuring overeen te komen wijzigingen. Voorlopige vaststelling van de werkelijke uitgaven en ontvangen rjjksvergoe- dingen voor het openbaar kleuteronderwijs over het jaar 1981. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders de bedragen der uitgaven en ont vangsten voor het openbaar kleuteronderwijs in de gemeente over 1981, met in achtneming van de gemeenterekening over dat jaar, zoals deze aan de raad is overgelegd, voorlopig vastgesteld. Toepassing artikel 46 kleuteronderwijswet ten behoeve van de openbare kleuter school "Willemijntje" Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten om ingevolge artikel 46 van de kleuteronderwijswet juncto artikel E 22 van de Overgangswet Wet op het basisonderwijs aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen te verzoeken om het vergoedingsbedrag per lokaalvoor wat betreft de openbare keuterschociL in de gemeente, voor het jaar 1985 wegens bijzondere omstandigheden op een hoger bedrag vast te stellen, te weten op ƒ.5.587,44 op jaarbasis per lokaal. Vaststelling bedrag per leerling voor het lager onderwijs voor de periode 1 januari 1985 tot en met 31 juli 1985. De heer Tuinman zegt dat in het voorstel van het college met betrekking tot de exploitatievergoeding voor de openbare lagere school wordt gesteld dat een verhoging van het bedrag per leerling met ongeveer ƒ.31,noodzakelijk is. Interessant in dit verband is te vernemen welk bedrag/percentage daarvan wordt uitgetrokken voor de vervanging, de aanschaf en het onderhoud van leer- en hulpmiddelen. Volgens de berekening van de fractie van de P.v.d.A. wordt hier voor voor 1985 ƒ.6,42 meer begroot dan voor 1984. Dat wil zeggen dat 20% van de verhoging voor leer— en hulpmiddelen is en de resterende 80% voor overige onkosten. Volgens de P.v.d.A.-fractie komt de openbare lagere school dit jaar enkele tientallen guldens per leerling tekort voor wat betreft de post leer- en hulpmiddelen. Men kan zich dan ook oprecht afvragen of de voorgestelde ver hoging van het bedrag per leerling wel reëel is. Voorts vraagt de heer Tuinman hoe noodzakelijk de voorgestelde verhoging van het bedrag per leerling met eveneens ƒ.31,voor het bijzonder lager onder wijs is. Het college stelt dat het redelijk is, wat is het verschil tussen redelijk en noodzakelijk? -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 172