-6-
voorliggende verordening en artikel 2 lid 4 van de Model-afvloeiingsregeling
voor het openbaar basis-, speciaal- en voortgezet speciaal onderwijs, welke
na 1 augustus 1985 zou kunnen ingaan?
Tenslotte heeft de heer Tuinman aan het eind van zijn betoog nog enkele vragen
omtrent randverschijnselen, die echter wel met het onderwerp te maken hebben.
Is de procedure met betrekking tot de te benoemen directeur/directrice van de
openbare basisschool al gestart? Wanneer wil het college de procedure rond
hebben? Is het college van plan aanzetten te geven voor de nieuwe naam van de
openbare basisschool? Wanneer moet die nieuwe naam er in de visie van het col
lege zijn. Is er zicht op dat het Schoolwerkplan vóór 1 augustus 1985 voltooid
zal zijn? Is het schoolwerkplan wettelijk verplicht vóór 1 augustus 1985?
Welke streefdatum acht het college wenselijk?
Op 6 november j.l. heeft het college het ABOP-bestuur om een schriftelijke
bevestiging van de door die bond ingenomen standpunten gevraagd vóór 13 novem
ber 1984. Waarom zo laat? Waarom 1 dag vóór de raadsvergadering? Is die beves
tiging inmiddels binnen?
De voorzitter zegt dat de raad zich bij dit onderwerp voor een min of meer
vervelende materie ziet geplaatst. Een afvloeiingsregeling wordt immers ge
maakt voor het geval dat een personeelsbestand moet worden ingekrompen. Daar
bij zijn persoonlijke belangen in het geding.
De afvloeiingsregeling had, aldus de voorzitter, inderdaad vóór 1 november
1984 vastgesteld moeten worden. Vooral omdat er nog zoveel andere taken op de
secretarie moeten worden verricht, was het niet mogelijk de raad in zijn
oktober-vergadering de afvloeiingsregeling al voor te leggen. Er rusten geen
sancties op het te laat vaststellen, terwijl een en ander ook niets afdoet
aan de rechtskracht van de regeling.
Eerst met een op 9 november 1984 ingekomen brief heeft de ABOP schriftelijk
gereageerd op de afvloeiingsregeling- zoals die nu hier op tafel ligt. Eerder
reageren was voor de ABOP eenvoudigweg niet mogelijk. Zoals uit het voorstel
blijkt was er van de bond al wel een telefonische reactie binnen.
In de nu ontvangen brief deelt de ABOP mede dat de aan haar om advies voorge
legde ontwerp-afvloeiingsregeling met het daarbij behorende ontwerp-voorste'
waarin de telefonische ractie van de bond is opgenomen, geheel in overeenstem-
ming zijn met het standpunt van de bond inzake afvloeiingsregelingen kleuter
en lager-onderwijs
De bond waarbij het merendeel van de personeelsleden is aangeslotengaat alzo
met de aan de raad voorgelegde regeling accoord. Overigens hebben alle onder
wijsbonden met de model—afvloeiingsregeling van de Vereniging van Nederlanse
Gemeenten ingestemd. Met betrekking tot de totstandkoming van de ontwerp-
afvloeiingsregeling zegt de voorzitter dat de regeling in concept is voorge
legd aan de medezeggenschapsraad en aan de leerkrachten, met de mogelijkheid
op een en ander te reageren. Een ieder heeft daarvan gebruik gemaakt. De in
gekomen opmerkingen zijn verwoord in een notitie welke in de raadsportefeuille
ter inzage heeft gelegen. Het college heeft alle betrokkenen in persoonlijke
brieven zo volledig mogelijk geantwoord op de door hen gestelde vragen.
Overigens is het voorstel aan de raad en de daarbij behorende regeling ook
weer toegezonden aan de leerkrachten en de medezeggenschapsraad. Dit om vooral
de leerkrachten, wiens belangen tenslotte in het geding zijn, de gelegenheid
te geven de raadsleden over deze materie aan te spreken.
Twee personeelsleden hadden vragen die wat verder gingen dan wat algemeen
technische vragen met betrekking tot de afvloeiingsregeling. Deze vragen
waren nogal inhoudelijk van aard en hielden ook een bezwaar in tegen de voor
gestelde afvloeiingsregeling. Met die twee betrokken personeelsleden is ge
sproken over hun bezwaren en over het feit waarom de afvloeiingsregeling juist
met deze redactie aan de raad wordt voorgelegd. Alleen schriftelijke afdoening
van hun vragen achtte het college niet juist.
De heer Tuinman heeft, aldus de voorzitter, goed aangevoeld dat artikel 4 van
de afvloeiingsregeling aanleiding kan geven tot problemen c.q» bezwaren.
-In-