-11- 3. In het krante-artikel wordt mevr. Smit-Kroes geciteerd waaruit blijkt dat het gaat om met metalen en olie verontreinigd slib. Voorts staat er dat het gaat om baggerslib uit de haven en vaargeul van "Moerdijk" Dit is een tamelijk oppervlakkige en onvolledige omschrijving. Het slib gaat namelijk gebaggerd worden uit o.m. de insteekhavens van het industriegebied en de vaargeul naar de daar gevestigde bedrijven (het Zuid-Hollandsch Diep), een en ander in beheer zijnde bij het Industrie- en Havenschap Moerdijk. Aan dit Zuid-Hollandsch Diep ligt onder andere de vestiging van Shell Chemie en vroeger ook het "Uniser"~bedrijf A.T.M.; niet te verwarren met het huidige, Zoals bekend werd dit bedrijf in 1981 gesloten na het bekend worden van de "Uniser-affaire" Ook het slib wat in de omgeving van dit bedrijf in de rivier aanwezig is zal worden meegebaggerd; terwijl redelijkerwijs is aan te nemen dat de toentertijd veroorzaakte verontreinigingen zich niet beperken tot enkele honderden vier kante meters. Nu is daar, voor de deur van dat bedrijf, in 1982 op beperkte schaal een "schoonmaakaktie" geweest op last van Rijkswaterstaat, omdat analyse van de rivierbodem aantoonde dat er een dikke laag slurrie lag. De samenstelling hiervan was gevarieerd en dermate ongezond dat men het gewenst vond dat het acuut werd opgeruimd. Zie de persberichten uit die tijd. In het opgeruimde slib bevonden zich gechloreerde koolwaterstoffen, tolueen, metalen, olieresten e.a. Aangenomen mag worden dat deze stoffen zich over een grotere oppervlakte hebben verspreid, dan toentertijd is schoongemaakt en dat daarvan ook nu nog resten kunnen worden aangetroffen in het op te baggeren slib. Mevrouw Smit-Kroes heeft over mogelijke aanwezigheid van dergelijke soort stoffen, die zeer bedreigend zijn voor het leefmilieu, niet gesproken. Mis schien omdat zij het niet wist, of omdat het misschien niet te pas kwam? Zij wilde in elk geval nadere rapportage afwachten. In weerwil daarvan had ze dan al wel bsloten de vergunning te verlenen. Hierin werd zij gesteund door de fracties van de regeringspartijen. De fractie is van mening dat op deze manier wel zeer lichtzinnig met de be langen van mensen en milieu wordt omgesprongen. Voorts vindt de fractie van de P.v.d.A. dat maar al te gemakkelijk toestemming wordt gegeven om te storten in het oppervlaktewater, terwijl naar de eventuele consequenties daarvan slechts wordt gegist, in elk geval hiernaar geen gedegen onderzoek heeft plaatsgehad. Zij ziet dan ook in de voorgenomen stortingen van verontreinigd baggerslib een bedreiging van de milieuwaarden in het betrokken gebied, wat zijn negatieve terugslag kan hebben op mens en dier die daarvan gebruik maken. Naar aanleiding van het voorgaande een aantal vragen: - loopt er tegen het voornemen tot vergunningverlening door de minister een bezwaarprocedure van de gemeente Willemstad? - zo neen, wil het college, zodra de afkondiging van het verlenen van de ver gunning is geschied daartegen bezwaar aantekenen en wel op grond van de door de fractie van de P.v.d.A. naar voren gebrachte overwegingen? - lijkt het burgemeester en wethouders zinvol om in overleg te treden met hun bestuurlijke collega's van de gemeente Cromstrijen en andere oevergemeenten, die volgens de P.v.d.A. met hetzelfde probleem kampen en waarmee mogelijk een gezamenlijk front kan worden opgetrokken. Tenslotte nog een suggestie voor de berging van het verontreinigde slib, waarvan gezegd wordt dat het onder meer vanwege het kostenaspect van het transport niet tijdelijk op de Maasvlakte kan worden opgeslagen. Sedert beginjaren '70 liggen er op het industrieterrein Moerdijk honderden/duizen den hectaren industrieterrein braak. Niks te doen, terwijl het zeer twijfelachtig is of er ooit een bestemming voor wordt gevonden. Er zijn echter al langere tijd plannen om een bedrijf op te starten voor de ver werking van vervuilde grond. -Het-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 151