m
De voorzitter stelt dan ook voor om wanneer de raad behoefte heeft aan een debat
over de bouw van een kerncentrale te Moerdijk, dit debat aan deze tafel te houden
op het moment dat er enige indicatie is dat de ontwikkelingen die kant opgaan.
De heer De Visser vraagt zich echter af, of nu oud-bewindslieden als Van Agt en
Wiegel zich op de televisie openlijk hebben uitgesproken voor deze vorm van ener
gievoorziening, waarbij de heer Wiegel bovendien stelde dat een kerncentrale dan
maar in Brabant moest komen, het niet nu al het juiste moment is om terzake een
standpunt in te nemen.
In dit geval wordt dan wel gesproken van de locatie Moerdijk maar de P.v.d.A.-
fractie is tegen vestiging van kerncentrales waar dan ook. Er ligt een uitspraak
van de raad inzake plaatsing van kernwapens waar ook ter wereld en in het ver
lengde hiervan past, aldus de heer De Visser, een standpunt met betrekking tot
kerncentrales, die als het ware bommen zijn welke met conventionele middelen tot
ontploffing gebracht kunnen worden.
Het is niet nodig om eerst op een standpunt van de gemeenteraad van Klundert te
wachten. Hierbij stelt de heer De Visser dat wel eens in de raad met betrekking
tot ingekomen moties van andere gemeenten gezegd is van:
"moeten wij als raad daar nu achteraan lopen."
Deze stelling valt nu toch moeilijk te rijmen met een wachten op een motie van
de gemeenteraad van Klundert inzake de kerncentrale te Moerdijk. Het is volgens
de fractie van de P.v.d.A. dan ook thans al het goede moment om een standpunt
in te nemen.
De voorzitter kan zich indenken dat sommigen nu reeds actie willen ondernemen,
maar wijst er nogmaals op dat er op dit moment nog geen enkele aanwijzing is voor
een kerncentrale te Moerdijk. Eerst wanneer er indicaties zijn die aangeven dat de
ontwikkelingen die kant uitgaan is, aldus de voorzitter, een uitspraak van de
raad op zijn plaats. Die indicaties kunnen bijvoorbeeld zijn uitspraken van de
regering, van het provinciaal bestuur of planologische voorbereidingen ten behoeve
van vestiging van de kerncentrale.
Om nu echter al een standpunt als raad in te nemen over iets wat nog niet aan de
orde is, is wel erg prematuur.
De voorzitter vraagt vervolgens aan de fractieleiders van het C.D.A. en de V.V.D.
of die evenals de P.v.d.A.-fractie behoefte hebben om nu al een standpunt in te
nemen.
De heer Van der Sluijs antwoordt hierop dat zijn fractie zich kan verenigen met
de woorden van de voorzitter en derhalve de tijd nu nog niet rijp acht om een uit
spraak over een kerncentrale te Moerdijk te doen. Indien echter te zijner tijd
de ontwikkelingen die kant uitgaan dan moet de raad wel de gelegenheid krijgen om
hierover te debatteren.
De heer Boertjes acht het ook erg voorbarig om nu terzake al een uitspraak te
doen. Over Moerdijk als mogelijke locatie voor een kerncentrale zal volgens hem
eerst in de ministerraad en vervolgens door de Tweede Kamer der Staten-Generaal
en het provinciaal bestuur worden gesproken. Er zal dan ook volgens de heer
Boertjes nog volop gelegenheid zijn om als raad in deze een standpunt in te nemen.
De heer De Visser begrijpt uit de woorden van de heren Van der Sluijs en Boertjes
dat de andere fracties nu niet op de zaak in willen gaan. In verband hiermede
volstaat de fractie van de P.v.d.A. met het niet voor kennisgeving aannemen van
ingekomen stuk nummer 18.
De v°orzitter stelt vervolgens aan de orde het namens de fractie van de P.v.d.A.
door de heer De Visser gedane voorstel om de motie van de raad van de gemeente
Geertruidenberg inzake de hoogte van de gasprijs, weliswaar in aangepaste vorm,
over te nemen.
De voorzitter wijst er in dit verband op dat vaststelling van de gasprijs een
zaak is van de ministerraad.
Over de gasprijs is nog al eens wat te doen, omdat de jaarlijkse verhoging ervan
voor hen die moeten leven van een laag of minimum-inkomen inderdaad een aanzien
lijke lastenverzwaring betekent, waardoor menigeen in de problemen komt.
Op dat punt heeft de voorzitter, getuige de hem afgenomen intervieuws, nog al
eens zijn bezorgdheid uitgesproken. Een motie inzake de hoogte van de gasprijs
zou de voorzitter dan ook, zonder de twee andere leden van het college nadrukke
lijk te raadplegen, ondersteunen.
-De-