-10-
Tenslotte is het woord aan de nieuwe gemeentesecretaris. De heer S. Nieuwkoop
zegt het volgende:
"Voorzitter, leden van de raad, mijnheer Van Nispen, dames en heren,
Als laatste in deze rij van sprekers wil ik uw raad op de eerste plaats danken
voor het vertrouwen dat u in mij gesteld hebt, door mij met unanieme stemmen te
benoemen tot gemeente-secretaris van Willemstad.
In het handboek "Begrip van de Nederlandse gemeente" van Schroot c.s. staat in
de paragraaf over de verhouding van de secretaris tot de raad, dat de eerstge
noemde in de praktijk fluistert. Ik hoop voorzitter dat u mij in dit geval toe
staat mijn toespraak met wat luider stem te vervolgen!
Ik wil vervolgens de voorzitter en de heer Van der Sluijs, als woordvoerder
namens de raadsfracties, dankzeggen voor de woorden die tot mij gericht zijn.
Ook het secretarie-personeel, namens wie meneer Tramper gesproken heeft, wil ik
bedanken voor de steun die ik in de sollicitatieprocedure en bij de aanvang van
mijn nieuwe functie heb gekregen. Hierbij wil ik niet onvermeld latern dat woens
dagmorgen 1 augustus op het bureau in de secretariskamer een bloemstukje stond
met daaraan bevestigd een kaartje met de woorden :"succes personeel gemeente
Willemstad.
Daarvoor wil ik jullie hier in het openbaar nogmaals danken.
Het is geen eenvoudige opgave u, meneer Van Nispen, op te volgen. Er is al veel
tegen u gezegd. Eigenlijk zou ik daaraan nog heel wat willen toevoegen, maar ik
ben bang dat ik alles hier in het openbaar niet onder de juiste woorden kan
brengen. Toch wil ik nog enkele gevoelens kwijt.
Toen ik op 1 augustus 1976 mijn werk op de afdeling algemene zaken hier op de
secretarie begon, ging ik er van uit dat ik na enkele jaren wel weer naar een
andere gemeente zou vertrekken.
Zo hoorde het immers toch! Na een korte tijd was die gedachte al verdwenen.
Ik zag hoe de secretarie in Willemstad functioneerde onder uw bezielende leiding,
In de loop der jaren heeft u vorm gegeven aan mijn functioneren in de gemeente
administratie, heeft u mij liefde voor Willemstad en haar geschiedenis bijge
bracht
Er is tussen ons een onverbrekelijke vriendschapsband ontstaan. Voor dit alles
ben ik u zeer dankbaar.
Omstandigheden hebben het u helaas niet gegeven een 50-jarige diensttijd vol te
maken
Mijnheer Van Nispen, bedankt voor alles; ik hoop dat u met uw kinderen en klein
kinderen nog lange tijd van een welverdiende rust kunt genieten. Ik denk namens
velen de wens uit te spreken als ik zeg te hopen dat er nog heel wat publikaties,
de geschiedenis van Willemstad betreffende, van uw hand mogen verschijnen.
Mijnheer van Nispen, mede door u werd Willemstad een Brillant in Gouden Delta.
Ook wil ik in het kort nog iets zeggen over de verandering van de plaats en
functie van de secretaris en het ambtelijk apparaat binnen de gemeentelijke or
ganisatiestructuur
Bij de totstandkoming van de gemeentewet in 1851, toen de gemeente er slechts was
voor de handhaving van de openbare orde en rust, zag Thorbecke de ambtenaar als
een "deugdelijk werktuig". Een werktuig dat simpel uitvoert wat de bestuurder
zegt. "Van Dale" zegt dan ook dat een "werktuig" een persoon is, die zich wil
loos leent tot de oogmerken van anderen.
Het werd daarom destijds niet nodig geacht uitgebreide regels op te stellen voor
het verrichten van uitvoerende, werktuigelijke arbeid.
De secretaris kreeg een andere plaatsbepaling dan die van de overige ambtenaren.
Hij werd ook toen al in het tweede artikel van de gemeentewet genoemd.
Oppenheim zei dat de betrekking van de secretaris "tot het gemeentebestuur eene
zóó innige was" en dat zijn "werkzaamheid op den bestuursgang, op zijne "in
richting" dermate inwerkte, dat er alle reden was om zijn persoon en functie in
de inrichting van het gemeentebestuur te betrekken."
In het belang van de zelfstandigheid van de gemeente hield Thorbecke vanaf 1851
de benoeming van de secretaris in plaats van aan de Koning aan de raad voor.
Inmiddels ligt de nachtwakersfunctie van de gemeente ver achter ons. Er is veel
veranderd