-17- Nog onlangs is bij de discussie met betrekking tot de verkoop van de voorma lige kleuterschool aan de Voorstraat, de bestemming horecabedrijven heel na drukkelijk afgewezen. De verkrotting van zowel de panden zelf als de belendende bebouwing is vol gens de voorzitter geen criterium om aan de pakhuizen dan maar de bestemming "Horecabedrijven" te geven. De voorzitter onderkent de door de heer de Visser aangehaalde mogelijkheid dat panden in de vesting straks eerst verkoopbaar zijn als daarop de bestem ming "Horecabedrijven" rust en in verband hiermede steeds meer mensen een verzoek zullen doen om het bestemmingsplan te wijzigen. Met deze mogelijkheid moet, aldus de voorzitter, rekening worden gehouden. Er staan in de vesting op dit moment enkele panden te koop, sommigen daarvan al jaren. Het zou nu heel goed mogelijk zijn dat die panden voor vrij veel geld van de hand kunnen worden gedaan als daarop een horeca-bestemming rust. Het is zelfs zo dat in het verleden panden verkocht zijn waarbij gezegd is dat er geen horeca-bestem ming op mag komen. Het zou best eens kunnen dat de betrokkenen in die gevallen aanmerkelijk minder voor hun onroerend goed hebben gekregen. In deze situatie moet derhalve, ook volgens het college, heel voorzichtig ge handeld worden. De voorzitter heeft inmiddels wel geconstateerd dat het col- ege en in meerderheid de raad niet voor een uitbreiding van het aantal hore- ca-bestemmmgen is. in derde termijn zegt de heer Hoekwater dat de voorzitter woorden heeft aan gehaald die hij helemaal niet gezegd heeft. Hiertegen tekent de heer Hoekwater protest aan. Zo heeft de voorzitter voor laten komen dat de heer Hoekwater neeit zitten pleiten voor omzetting van de bestemming ten behoeve van een horecabedrijf en voor uitbreiding van het aantal horecabedrijven. Geen van beide opmerkingen zijn door de heer Hoekwater gemaakt. De heer Hoekwater zegt te hebben getracht in de raad duidelijk te verwoorden at hier grote zorgvuldigheid moet worden betracht en dat er overleg moet wor en gepleegd met eigenaren van panden of en in welke vorm er aanpassing is te vinden opdat panden behouden kunnen blijven. De voorzitter zegt dat het zeker niet zijn bedoeling is geweest de heer Hoek- datTJ00 t0e dichten' die hiJ zeer zeker niet heeft gezegd. Voor zover dat het geval is wil de voorzitter dat dan ook graag terug nemen. ^0ll®ge as volêens de voorzitter immer bereid met wie dan ook zorgvuldig a eg r,8 P eêen OVer het gebruik' de bestemming en het handhaven van de e;-. e,ra,ad neemt echter wat de bestemming "Horecabedrijven" betreft een Standnun-H 1 l het C°llege alleS Wat het dOet, aaa dat standpunt is gebonden. daï T diSr^! di6 t0t nU t0e iS Sevoerd heeft de voorzitter niet begrepen dat de raad althans een zeer grote meerderheid, dat standpunt heeft verlaten. De heer van den Enden heeft nog enkele vragen, want zo meent hij, dit soort zaken komt terug De heer van den Enden wil dan ook weten waarom de bestem- Is d onea/debailhandel die op de pakhuizen rust niet is verwezenlijkt. omdat de voorschriften van de Bouwverordening zulks belemmeren, of is dit aan een andere reden te wijten? Want als de Bouwverordening de oorzaak is waarom wordt dan niet met de in het oorstel aangehaalde "toverformule" de nodige vrijstelling verleend, e voorzitter zegt dat het college, voor zo ver mogelijk, binnen het kader oawverordening alle mogelijke medewerking verleent om afwijkingen van wonpn/dpt- 6^nSa ?61 te Staan' z°dat in de betreffende panden wel de bestemming nen/detailhandel kan worden gerealiseerd. Waarom die bestemming desondanks is verwezenlijkt is een vraag die, volgens de voorzitter, het beste door eigenaar van de betreffende panden kan worden beantwoord, on er verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten Pppl p V®r2,°ek wiJziêing van de bestemming voor de pakhuizen op het per- „pn enedenkade 9, teneinde in die panden een horecabedrijf te kunnen vesti- gen, af te wijzen. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 117