-16- Er wordt nu niet gesproken in het algemeen, maar in het bijzonder. Met betrekking tot de woorden van de heer Hoekwater zegt de voorzitter dat het beleid zoals dat door de heren van der Sluijs en de Visser is verwoord al sedert jaren het beleid van de raad is. Dat beleid wordt ook door het college aangehaald en uitgevoerd. Als de heer Hoekwater het heeft over een gedegen nota met alle pro's en contras dan vraagt hij naar de bekende weg, aldus de voorzitter. In het ver leden is er immers al zoveel op de raadstafel gekomen waarin de voor- en nade len van deze materie zijn belicht. Pro is in dit geval dat een paar historische panden worden gehandhaafd en contra is dat door de uitbreiding van het aantal horecabedrijven de leefbaar heid in de vesting in het geding komt. Er zal dus een belangenafweging plaats moeten vinden, waarbij tot op heden steeds geconstateerd is dat een extra horecabedrijf de leefbaarheid zeker niet ten goede komt. Voorts is een probleem dat het niet mogelijk is een horeca-bestemming te dif ferentiëren zodat de mogelijkheid bestaat dat in een pand vandaag nog een restaurant voor 20 gasten is gevestigd terwijl over bijvoorbeeld een half jaar in dat pand een discotheek zit voor veel meer bezoekers. De raadis tot nu toe bij tal van dit soort zaken tegen uitbreiding van het aantal horecabedrijven geweest. Het is volgens de voorzitter overbodig om nu nog eens met een uitgebreide nota te komen. Het zou veel duidelijker zijn als de fractie van de V.V.D. nu zegt of zij voor of tegen omzetting van de bestemming is. De bear ^an der Sluijs zegt in tweede termijn dat als de raad nu ertoe over gaat de bestemming te wijzigen hiermee de deur wordt open gezet voor meer van dit soort verzoeken c.q. voor nog verdere uitbreiding van het aantal horeca bedrijven in de vesting. De fractie van het C.D.A. heeft zeker begrip voor de wens om de historische panden op het perceel Benedenkade 9 te behouden, maar dat mag dan niet via een uitbreiding van het aantal horeca-bedrijven gebeuren. De leefbaarheid in ae vesting komt dan namelijk teveel in het gedrang. Het is weliswaar een moeilijke beslissing maar de C.D.A.-fractie blijft bil haar eerder ingenomen standpunt. De heer Hoekwater vindt dat de voorzitter zich er te gemakkelijk van af maakt aoor te stellen dat alle pro's en contra's binnen de raad genoegzaam bekend zijn de ,Wh H°®kwater weet "Oeraard dat er door de jaren heen met betrekking tot Wh unê ^an h8t aantal horecabestemmingen een bepaald beleid is gevoerd. ll In' Vu6t Vreemd' alS dat alleS dan zo duidelijk is,waarom het colle ge dan niet zelf rechtstreeks conform het tot nu toe terzake gevoerde beleid het onderhavige verzoek heeft afgehandeld. Het college komt nu echter terug naar de raad en stelt de raad in een erg daari 6 P°^ltie d°°r hem een zwart-wit-uitspraak te laten doen. Het gevolg nanH z°ukunnen zijn dat over enige tijd panden en misschien belendende panden erg m verval geraken tot verkrotting toe. ookhvonnHOeHWater dat met heel V6el z°rgvuldig overleg in dit geval en Da v aadere Panden m toekomst gekeken moet worden naar een oplossing. omdat°h Z!gt dat h6t colleêe het verzoek niet zelf heeft afgehandeld, minaLwgemeeSaer ea wethouders het als een verzoek beschouwen om het bes^em- zoeenaamd K V^Stlng te herzien al of niet gevolgt met het nemen van een zogenaamd voorbereidmgsbesluit Een bestuit om een bestemmingsplan te herzien moet nu eenmaal door de raad ïegd êen°men' In verband hiermede is het verzoek aan de gemeenteraad voorge- al ZrrelViSCUSSle °Ver dlt SOOrt verzoekeh is inderdaad in het verleden steeds duidelijk?^06 St&ndpUnt Van de raad °P dit moment is nog -Nog-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 116