II
-14-
De heer De Visser informeert of er gevraagd is voor ieder lid in het overleg
platform een plaatsvervangend lid aan te wijzen. Op deze manier hadden meer
gemeenten bij het functioneren van het overlegplatform betrokken kunnen worden.
De heer Boertjes deelt mede dat in een commissievergadering voorafgaande aan de
gewestraadsvergadering gesteld is dat er in dit stadium van de besluitvorming
buiten het voorstel van het dagelijks bestuur geen alternatieven meet irge-«
bracht konden worden voor de vertegenwoordiging in het overlegplatform.
Het was dus óf accoord gaan of in de gewestraadsvergadering met een amendefnent
komen
De heer Boertjes heeft in de commissievergadering wel voorgesteld plaatsver
vangende leden uit andere gemeenten aan te wijzen voor de vertegenwoordigers
in het overlegplatform. Dat was toen niet meer mogelijk.
De voorzitter dankt de heer Boertjes voor zijn toelichting over de gang vein
zaken.
Motie inzake kernraketten.
De heer Van der Sluijs geeft vervolgens te kennen dat de fractie van het C.D.A.
in verband met de eventuele plaatsing van kernraketten in Woensdrecht een motie
wil indienen. Deze motie luidt als volgt:
De raad van de gemeente Willemstad;
in openbare vergadering bijeen op 5 juli 1983;
kennis genomen hebbende van de keuze voor Woensdrecht voor de plaatsing van
kernraketten
overwegende dat van de Nederlandse overheid verwacht mag worden dat zij zich
van harte inzet om de vrede te bevorderen;
overwegende voorts dat grote delen van de Willemstadse bevolking met angstige
bezorgdheid de opvoering van de kernbewapening in oost en west gadeslaan en
dat die bezorgdheid door de gemeenteraad wordt gedeeld;
besluit:
1» de plaatsing van kernraketten waar ook ter wereld ernstig af te keuren en
bij de Nederlandse regering er ernstig op aan te dringen niet tot plaatsing
ervan over te gaan;
2. het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven dit besluit ter
kennis te brengen van:
a. de Nederlandse Regering
b. de Tweede Kamer der Staten Generaal
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer De Visser zegt dat de fractie van de P.v.d.A. heel blij is met deze
motie. Zijn fractie ondersteunt de motie van harte.
De inhoud ervan ligt helemaal in het verlengde van het standpunt van de P.v.d.A.
inzake het plaatsen van kernraketten.
De heer Boertjes deelt mede dat de fractie van de V.V.D. grote problemen heeft
met de motie. De fractie deelt de ernstige bezorgdheid over de opvoering van
de kernbewapening in oost en west.
Ontwapening is een goede zaak. Het is ieders ideaal om een wapenvrije wereld
te creëren, maar in een eenzijdige ontwapening kan de fractie van de V.V.D.
zich niet vinden.
-Uit-
