-6- De heer De Visser zegt namens zijn fractie het volgende. De gemeente Willemstad krijgt de eigendom, het beheer en het onderhoud van een aantal bestaande polderwegen toegewezen. Die toewijzing geschied zonder gelde lijke verrekening. Uitgaande van het aantal kilometers wegen betekent dat een extra last voor onze gemeente van 133.200,kunstwerken en bermen niet meegerekend Hoewel de overdracht niet in strijd is met het door gedeputeerde staten ont wikkelde beleid, mogen burgemeester en wethouders van Willemstad de fractie van de Partij van de Arbeid aan hun zijde achten als gesteld wordt dat er kennelijk sprake is van een oneigenlijk gebruik van de wet. Dat beleid van gedeputeerde staten - en dan wordt met name bedoeld de handhaving van de meerdere malen naar voren gebrachte status quo - na besprekingen met een lid van datzelfde college van gedeputeerde staten niet blijkt te worden uitge voerd zoals in eerste instantie onder woorden is gebracht, vindt de fractie van de P.v.d.A. een kwalijke zaak. De fractie vindt het terecht dat de raad zijn misnoegen over dergelijke absurditeiten kenbaar maakt. De fractie van de P.v.d.A. is het er niet mee eens dat de Willemstadters uit eindelijk zouden moeten opdraaien voor de financiële consequenties van dergelijk provinciaal beleid. Zij stelt vraagtekens bij de rol van gedeputeerde staten als waker voor het financieel belang der gemeenten, dus ook van de gemeente Willemstad. Inmiddels zal het college begrepen hebben dat de fractie van de P.v.d.A. zich geheel en al kan vinden in de concept-brief die aan het college van gedeputeerde staten verzonden gaat worden. De heer Boertjes stelt dat er al veel gras voor zijn voeten is weggemaaid. De vorige sprekers hadden vragen en opmerkingen die overeen komen met de strekking van de vragen en opmerkingen van de fractie van de V.V.D. De fractie van de V.V.D. kan zich volledig vinden in de in de ontwerp-brief verwoorde bezwaren. Gevraagd wordt of er over deze zaak contact geweest is met de besturen van de omliggende gemeenten die ook wegen in het kader van de ruil verkaveling toegewezen krijgen. De voorzitter merkt op dat er thans een zaak aan de orde is die niet alleen de fracties hoog zit, maar ook het college van burgemeester en wethouders. Het afgelopen jaar hebben de besturen van de gemeenten Fijnaart en Heijningen, Standdaarbuitenen in mindere mate Klundert, alsmede Willemstad met toenemende verbazing en verbijstering ervaren hoe gedeputeerde staten met de belangen van deze gemeenten omspringen. In november 1978 bijna 5 jaar geleden schreef het verontruste college van burgemeester en wethouders van Standdaarbuiten aan de gedeputeerde staten van Noord-Brabant over de voorgenomen mogelijke overdracht van wegen. Burgemeester en wethouders schreven dat als de wegen naar de gemeente zouden overgaan, dit een ernstige verstoring van de gemeentelijke financiën zou betekenen. Op 24 januari 1979 antwoorde het college van gedeputeerde staten dat het zou trachten te bewerkstelligen tussen de desbetreffende gemeenten en waterschappen overeenstemming te krijgen over de financiële en eventueel andere consequenties van de overgang van rechten en taken. Daarom komt er tijdig overleg. Burgemeester en wethouders van Willemstad hebben op 7 september 1981L namens de drie andere gemeenten gevraagd waar dat overleg blijft. Gedeputeerde staten schreven op 13 april 1982 dat het overleg er aan zit te komen Voor het eerste overleg ontvangen de gemeentebesturen op 29 april 1982 een uitnodiging. Op 10 mei 1982 heeft dit eerste overleg plaatsgevonden. Er is dus bijna een termijn van 4 jaar verstreken zonder dat er enig overleg is geweest. Inmiddels heeft vanaf de start van de ruilverkaveling in 1978 het provinciaal bestuur aan de plaatselijke commissie voor ruilverkaveling een hele vette worst voorgehouden, namelijk alle wegen gaan over naar de gemeenten zonder enige geldelijke vergoeding conform de ruilverkavelingswet. Het beleid van de gedeputeerde staten is: wegen bij gemeenten, waterlopen bij waterschappen. Nu behoeft zo'n beleid op zichzelf niet onredelijk te zijn. Voor Oost—Brabant zou zo'n beleid bijvoorbeeld niet onredelijk zijn, omdat daar veel gemeenten waterlopen beheren en waterschappen wegen. -Als-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 87