V9g 3.b J'BV. ;vv .'.vcvr
sb 8<
s.;' J?v si;:
r- iioc.u--m
niv -tss!-; r - ;r
!'V- rf9:-"7io.:i eh rtsv gns.i
y t v »».t xbrbjsn Torn
i:u :1 n!) ^|fj.
iob-i'ov:»;' (T9!::->r:w j.9v j><»rr(
i'i i i 9'
-13-
In verband hiermede wijst de heer Van Egmond ook op de situatie op het strandje
nabij de Haringvlietbrug. Hier is spontaan recreatie ontstaan die eerst nu pas ge
reguleerd gaat worden.
Bij de jachtensluis is er de mogelijkheid om reeds nu in een vroeg stadium regu
lerend op te treden. Overigens zal door een toeneming van vrije tijd de recreatieve
druk in heel Nederland toenemen.
In dit gebied is er nog ruimte en wij mogen ons niet onttrekken aan de verplichting
ons steentje bij te dragen aan het welzijn van de recreant. Het zal dan ook duide
lijk zijn dat de V.V.D.-fractie voor de aanleg is van een jachthaven in een noorde
lijke voorhaven van het Volkeraksluizenxcomplex.
Naar aanleiding van hetgeen door de fracties naar voren is gebracht zegt de voor
zitter met betrekking tot het tot nu toe gevoerde recreatiebeleid het volgende:
Willemstad is een gemeente met veel aantrekkelijks voor recreanten Centraal ge
legen tussen de Randstad, Zeeland, een groot gedeelte van Noord-Brabant en het
Belgische is Willemstad mede vanwege de goede bereikbaarheid over het land en via
het water een belangrijke toeristische trekpleister. Dit heeft zijn consequenties.
Uit het jaaroverzicht 1982 van de havenmeester blijkt dat er in dat jaar 14.000
schepen in de haven hebben overnacht. Rekent men gemiddeld 3 personen per schip, dan
betekent dit ruim 40.000 bezoekers.
Het aantal "landtoeristen" wordt op ongeveer 200.000 per jaar geschat. De camping
Bovensluis telt volledig bezet veel meer dan 1000 mensen. Dit alles heeft tot ge
volg dat op een fraaie zomerse avond in het weekend de bevolking binnen de vesting
meer dan verdubbeld is.
En dan zijn alle dagjesmensen nog buiten beschouwing gelaten.
In verband hiermede heeft het gemeentebestuur, te weten burgemeester en wethouders
en de raad in het verleden een terughoudend recreatiebeleid gevoerd.
Het beleid is erop gericht het huidige recreatieniveau niet te overstijgen.
De reden hiervan is dat er een grens komt aan de opvang. Binnen de vesting wonen
immers maar 800 Willemstadters. Hun leefbaarheid is ook een zorg van het gemeente
bestuur
Voorts is er een grens aan de voorzieningen, aan mankracht, politie en openbare
werken. Dit alles is afgestemd op 3300 inwoners.
Vanuit het restrictieve beleid zijn er in het verleden veel nieuwe initiatieven af
gewezen of negatief beoordeeld. Geen jachthaven bij de Bovensluis. Geen grote uit
breiding van de camping Bovensluis. Geen medewerking aan het thans zo veel genoemde
"water-wonderland project". Geen groot complex met restaurant e.d. op de plaats
vain de boerderij Mor ia aan het Steenpad. Geen uitbreiding van het aantal horeca—
inrichtingen. Ook geen tweede strandje nabij het Hellegatsplein. En als laatste
consequentie geen tweede jachthaven op Willemstads grondgebied.
Het huidige voorstel van het college is een uitvloeisel van het hiervoor omschreven
consequente beleid. Dit beleid is uitgedragen aan de gedeputeerde staten bij de op
stelling van het Streekplan, aan het gewest bij de opstelling van het basisplan voor
de openluchtrecreatie en het is een leidraad bij de gemeentelijke bestemmingsplannen.
Daarom is de voorzitter ook verbaasd over de uitspraak van de voorzitter van de
Stichting Jachthaven Volkerak in het Brabants Nieuwsblad van 31 maart 1983, namelijk
dat er geen echte argumenten tegen de komst van een tweede jachthaven zijn.
Het consequent volgehouden beleid heeft ten doel de leefbaarheid van Willemstad op
peil te houden.
De heer Dane heeft in zijn betoog het consequent gevoerde recreatiebeleid onderkent
en de fractie van het C.D.A. is dan ook mede gezien de leefbaarheid en de openbare
orde van oordeel dat een tweede jachthaven moet worden geweerd.
Op de opmerkingen van de heer De Visser over de brief van de Stichting Jachthaven
Volkerak wil de voorzitter in zoverre ingaan door te stellen dat tegen het aange
voerde in dit schrijven nogal wat tegenopmerkingen mogelijk zijn.
Ook de fractie van de P.v.d.A. onderkent de noodzaak om de recreatie in Willemstad
eerder af te remmen en te begeleiden dan te stimuleren.
De fractie van de V.V.D. heeft daar echter problemen mee.
Gezegd mag worden dat Willemstad met een jaarlijks bezoekersaantal van 250.000 wel
degelijk een recreatieve functie vervuld. Thans is echter een afremmend en regu
lerend recreatiebeleid noodzakelijk.
-Dit-
