-32- Bij ons, evenwel, bestaat het bange vermoeden dat u in de nabije toekomst weieens gedwongen zou kunnen worden, uit hoofde van dereguleringsmaatregelen, de Onroerendgoedbelasting extreem te verhogen. Wij geven er de voorkeur aan voor een jaarlijkse lichte stijging van 1a 2% en deze inkomsten te re serveren voor slechtere tijden. In dit verband verwijzen wij naar de "Uitgangspunten" waar u zegt geen rekening te houden met zaken zoals - verliezen als gevolg van verleende gemeentegaranties, - verlenen van extra bijdragen aan een bijzondere school als gevolg van de aanwezigheid van buitenge wone omstandigheden, - dekking onderhouds- en beheerskosten voor de eventueel over te nemen polderwegen in het kader van de ruilver kaveling Willemstad. Op welke wijze denkt u eventuele financiële offers m.b.t. eerder genoemde punten op te vangen? T.a.v. de bestemmingsreserves willen wij opmerken dat u geen aanwijzing geeft, dat u bij het op peil houden van de reserves ook rekening houdt met het jaarlijks infla tie percentage. Met het investeringsschema dat u in uw aanbiedingsbrief hanteert, zijn wij gelukkig voor wat betreft het prijs kaartje dat u er heeft aangehangen. Onze fraktie heeft daar bij de aanbieding van het "Beleidsprogramma in hoofd lijnen *84-*86" reeds sterk voorgepleit. Pijnlijk missen wij helaas een duidelijke prioriteits stelling uwerzijds voor de komende jaren. Het is name lijk de vraag of het zin heeft 'om de start van bepaalde projekten zoals bijvoorbeeld het uitdiepen van de grachten telkens één jaar vopruit te schuiven. Eens zal bepaald moeten worden welke prioriteit zo'n projekt heeft. -Mijnheer-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 181