-3- rente van een lening groot 65.000,door Rabostreekbank Noord-Westhoek te Fijnaart te verstrekken aan de heer W. van der Stelt, Dorpsstraat 103 te Heke lingen onder verband van eerste hypotheek op de door hem aan te kopen woning kadastraal bekend gemeente Willemstad, sectie C nummer 1142, plaatselijk be kend Stadsedijk 48; II. aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en "Milieubeheer te verzoeken uit s'Rijks kas 50% bij te dragen in het. eventuele verlies voort vloeiende uit de onder I. bedoelde zekerheidsstelling. Voorlopige vaststelling van de 5-jaarlijkse afrekening ex artikel 55ter, tweede lid van de I^gen-cnderwijswet 1920 over de jaren 1978 tot en met 1982. De heer dsV.isser zegt dat volgens de informatie van de fractie van de P.v.d.A. de openbare lagere school in de periode 1974-1977 eveneens in bijzondere omstandig heden verkeerde. Voor zover de fractie zich kan herinneren heeft in 1978 wel een voorlopige vaststelling van de 5—jaarlijkse afrekening over de jaren 1973 tot en met 1977 plaatsgevonden. Als dit juist is, waarom wordt dan bij deze vaststelling 1982 buiten beschouwing gelaten? Overigens, in zijn algemeenheid, waarom wil het college een jaar waarin van bijzondere omstandigheden sprake was, niet laten mee tellen? De voorzitter komt terug op een discussie die reeds verschillende malen in de raad gevoerd is, namelijk die over de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder lager onderwijs. De kosten voor het openbaar lager onderwijs zijn maat gevend voor het bedrag per leerling dat voor het bijz. lager onderwijs beschikbaar wordt gesteld, tenzij de minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft verklaard dat de openbare lagere school in bijzondere omstandigheden verkeert. Bij de 5— jaarlijkse afrekening hoeft met die bijzondere omstandigheden geen rekening te worden gehouden. De stukken hoe een en ander geweest is over de periode 1973 tot en met 1977 heeft de voorzitter niet paraat. Voor wat de periode 1978-1982 betreft houdt het geschetste uitgangspunt in dat het bedrag dat in 1982 door de openbare lagere school is uitgegeven, niet meetelt bij de voorlopige vaststelling van de 5— jaarlijkse afrekening, omdat de school toen in bijzondere omstandigheden verkeerde De heer de Visser benadrukt dat in de jaren 1974 tot en met 1977 ook bijzondere omstandigheden golden voor de openbare lagere school. Over de periode 1973-1977 is echter wel een 5—jaarlijkse afrekening voorlopig vastgesteld. De voorzitter zal een en ander doen nagaan en de raad terzake nader informeren. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: het totaal van de bedragen voor het openbaar lager onderwijs voor het vijfjarig tijdvak 1978 tot en met 1982, op grond van de desbetreffende besluiten ex artikel 55ter, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1S20, voorlopig vast te stellen als volgt: Jaar Bedrag per leerling Gemiddeld aantal leerlingen o.l.s. Beschikbaar gesteld bedrag Werkelijk uit gegeven bedrag 1978 337,20 52 17.534,40 11.886,27 1979 367,54 70 1/3 25.850,31 25.289,04 1980 432,40 70 1/3 30.412,13 33.626,37 1981 450,15 62 27.909,30 29.533,98 1982 Totaal 254 2/3 101.706,14 100.335,66 101.706,14 Totaal der overschrijding nihil -Wijziging-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 152