l a? 'fib-'
I'. arflj
Uf/"-;-,' m!
-10-
De fractie van de V.V.D. is van mening dat als er woningwetwoningen verkocht
worden, deze ook ten goede komen van de sociaal-zwakkeren. Deze constatering
is ten dele waar. Huurders van een woningwetwoning die de afgelopen jaren een
behoorlijke stijging van hun inkomsten hebben bereikt, komen er eerder toe die
woning te kopen, dan iemand die maar een beperkt inkomen heeft. De behoefte van
de huurders met de laagste inkomens om de door hen bewoonde woningwetwoning te
kopen is naar de mening van de voorzitter niet zo erg groot. Dit is echter maar
een veronderstelling omdat, nu er de laatste drie jaren geen woningwetwoningen
verkocht zijn en dit bij de inwoners bekend is, er geen verzoeken tot aankoop
van woningwetwoningen zijn ingekomen.
De heer Boertjes heeft gesteld dat bij niet-verkoop van woningwetwoningen de
huurders in deze woningen blijven wonen. Dit is juist. Het is echter wel zo dat
het college bij elke toewijzing van een woningwetwoning, aangewezen is op het
bestaande contingent woningwetwoningen.
Iedere vrijkomende woning benut het college om een goed gemeentelijk volkshuis
vestingsbeleid te voeren. Het voeren van een goed volkshuisvestingsbeleid is
afhankelijk van het aantal beschikbare woningwetwoningen. De contingenten die in
de toekomst toegewezen worden voor de bouw van woningwetwoningen zijn minimaal.
Wanneer er van de bestaande hoeveelheid woningen nu een aantal verkocht gaat
worden, heeft dit consequenties voor het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid.
Vandaar dat het college voorstelt in de jaren 1983 t/m 1985 geen woningwetwonfingpn
te verkopen. De ervaring heeft geleerd dat de goedkoopste woningwetwoningen ge
kocht worden door de huurders. Voor de duurdere huurwoningen bestaat vrijwel
geen belangstelling. Dit duidt er op dat als weer tot verkoop wordt besloten
het huurniveau voor ieder die een woning wil huren toch omhoog gaat, waardoor
dus meer een beroep zal moeten worden gedaan op de individuele huursubsidie
regeling. Aan deze regeling zal in het kader van de bezuinigingen geknabbeld
gaan worden. Dat leidt ook tot de conclusie dat het niet in het belang is van de
mensen met de laagste inkomens om op dit moment tot verkoop van woningwetwoningen
te besluiten. De mogelijkheid voor mensen met een laag inkomen om een eigen
woning te kopen zal eerder verwezenlijkt worden door de aankoop van een premie
A-woning. Deze woningen zijn speciaal voor mensen met de lagere inkomens bedoeld.
De verkoop van de gemeentelijke woningvoorraad acht de voorzitter op dit moment
gezien de omstandigheden niet juist.
De heer Boertjes is het eens met de conclusie van de voorzitter dat het een ge
geven is dat de inkomens niet meer stijgen en dat de verkoop van vrije sector
woningen stagneert.
De voorzitter heeft echter ook gezegd dat juist de woningwetwoningen, die qua
huur bestemd zijn voor de mensen met de laagste inkomens, verkocht zijn.
De fractie van de V.V.D. is voor de bevordering van het eigen woningbezit. In
dit licht wordt het onjuist gevonden het gemeentelijk beleid voor een reeks van
jaren vast te leggen. De mogelijkheid moet opengelaten worden dat woningwet
woningen gekocht kunnen worden. Helaas wordt er in Willemstad de komende jaren
slechts een gering aantal nieuwe woningwetwoningen gebouwd. Wanneer die woningen
gerealiseerd zijn, kunnen er misschien een aantal woningen van het bestaande
contingent verkocht worden.
De verkoop van woningwetwoningen behoeft niet gestimuleerd te worden, doch de
mogelijkheid om tot aankoop over te kunnen gaan moet open blijven.
De voorzitter stelt dat het juist is dat de woningwetwoningen met de lagere
huren in het verleden het meest zijn verkocht. Dat wil niet zeggen dat die
woningen uitsluitend gekocht zijn door mensen met de laagste inkomens.
Het is zo dat er nogal eens iemand met een laag inkomen in een woningwetwoning
met een lage huur is terecht gekomen; toen die huurder een redelijk inkomen had
bereikt, heeft hij pas de woningwetwoning gekocht.
De gemeenteraad is verplicht zijn beleid betreffende de verkoop van woningwet
woningen voor de jaren 1983, 1984 en 1985 vast te stellen. De beleidsnota moet
via de gedeputeerde staten doorgezonden worden naar de minister van Volkshuis
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Gelet op de mogelijkheden die er bestaan met betrekking tot de bouw van woning
wetwoningen, is het naar de mening van het college onjuist tot verkoop van die
woningen te besluiten.
-Wanneer-