-15- Een waterloop ontleent zijn capaciteit aan de smalste doorgang. De zin van de breedte ziet de heer De Visser niet. Elders in de polder De Ruigenhil zijn de watergangen lang niet zo breed. Is de nieuwe watergang soms zo breed omdat met de vrijkomende grond de bestaande kreek gedempt kan worden? Hij vraagt zich overigens ook af of die kreek volgens het ruilverkavelingsplan wel gedempt behoort te worden. Het was toch zo dat de bestaande kreken behouden zouden blijven? De voorzitter vindt dat nu er een "kanaal" van Helwijk naar Willemstad wordt aangelegd er alle gelegenheid moet zijn hierover iets te zeggen. De heer Munters beantwoordt enkele vragen van de heer De Visser. In het eerste stemmingsplan van de ruilverkaveling was reeds opgenomen dat de kromme kreek ten oosten van het Steenpad zou verdwijnen. Er zou een andere waterafvoerregeling komen voor dit gebied. De nieuwe water gang was echter niet zo breed aangegeven. Zelfs bij de besprekingen over de verbreding van de berm van het Steenpad was het nog niet bekend dat de water gang zodanige afmetingen zou krijgen als hij nu heeft. De nieuwe watergang is zo breed geworden om met de vrijkomende grond de be staande kreek te kunnen dempen. Om technische redenen moest de berm langs het Steenpad 4 m. breed worden. De vaste kant van de bestaande berm zou dan in het nieuw te graven talud van de sloot vallen. Dit is ook een onderdeel van de spraakverwarring. Bij de over gelegde tekeningen is er van gemeentewege van uit gegaan dat de verbreding aan gegeven was vanaf de bestaande berm. Dit bleek achteraf onjuist. Op de tekening was de berm vanaf de bestaande verharding aangegeven. In het renvooi op de teke ning was zulks niet aangegeven. Om een stukje vaste grond in het talud van de nieuwe watergang te krijgen had de bestaande berm met 3 m. verbreed moeten worden. De voorzitter stelt dat een en ander niet wegneemt dat betreurd wordt dat dit misverstand is ontstaan. De raad dient de Plaatselijke Commissie voor Ruilver kaveling wel te laten weten met de nieuwe situatie hoogst ongelukkig te zijn. De heer De Visser weet zeker dat er gesproken is over verbreding van de be staande berm met 3 m. Hij beschikt niet over het juiste ruilverkavelings plan om het beleid ten aanzien van het handhaven of verleggen van de bestaande kreken exact te kunnen beoordelen. De voorzitter zou het wel prettig vinden als de raad zijn suggestie volgt om de Plaatselijke Commissie voor Ruilverkaveling te laten weten met de nieuwe situatie hoogst ongelukkig te zijn. De raad kan hiermede accoord gaan. De heer De Visser informeert hoever de watergang wordt doorgetrokken. De heer Munters wijst er op dat de sloot die doorgetrokken wordt tot nabij het Kloosterblokje het profiel krijgt van de sloot die er thans ook ligt, v°orzitter zegt dat het zeker niet de bedoeling is dat het "kanaal" wordt doorgetrokken De heer De Visser vraagt of de bijdrage aan de ruilverkaveling voor het meerwerk 10.000,— blijft. voorzitter antwoordt dat de gemeente 10.000,moet betalen voor het ver breden van de berm, waarbij er van gemeentewege van uit gegaan is dat er bij de bestaande berm 3 m. bij komt en de ruilverkaveling is er van uit gegaan dat de nieuwe berm totaal 3 m. zou worden. In een vergadering van de Plaatselijke Commissie heeft de voorzitter reeds ge zegd dat het gemeentebestuur zich ten aanzien van deze zaak alle rechten voor behoudt. Er is best aanleiding voor het college om ook over dit punt met de Plaatselijke Commissie van gedachten te wisselen. De heer De Visser zou het op prijs stellen als de raad te zijner tijd gerappor teerd wordt over deze zaak. De voorzitter zegt de raad een nader rapport toe. Onkruidverdelgingsapparatuur-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 125