TOiïc j\~o% ai.' i :e ist'b'vw ajsi'i .^'.óbf/r v -,Vi Itf-to !:-B| ï:G -G .-i'■•'.-üü:v, s ï.fe.:'" «•w r; O r." GO G I j! 1 l't.Sff i.i r- -.1 iGV •K'.bi rtBV rtfixapp Ws>ii >J«*ic 1 V yf. ••«ft" t't Oi" f -v.: it*!# i'i.OGi' 11 i.V 'OH i-1 r.- tb ns>i 1 -12- Het is correct dat de fractie van de V.V.D. niet inhoudelijk op het beleids programma ingaat. Dat is ook het standpunt van de fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A., maar wel vanuit een andere invalshoek. Als voorbeeld is het voorzieningenniveau in het onderwijs aan de orde gesteld. Dan wordt er een situatie geschetst die details betreft. Daarop wil de heer Tuinman thans niet ingaan. Het zal ongetwijfeld zo zijn dat de minister van Onderwijs en Wetenschappen met maatregelen voor het onderwijs komt. De fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. zijn van mening dat handhaving van het onderwijs-voorzieningenniveau het minste is dat behoort te geschieden. Goed onderwijs wordt van essentieel belang gevonden voor onze samenleving. Samenwerking, zowel ruimtelijk als inhoudelijk in het kader van de Wet op het Basisonderwijs dient te worden gestimuleerd. Gesteld kan nu worden dat de fractie van de V.V.D. juist met dergelijke glo bale formuleringen problemen heeft. De heer Tuinman wil echter ook graag een fragment voorlezen uit het beleids programma van de V.V.D. Daarin staat vermeld: "De fractie van de V.V.D. vindt goed onderwijs uiterst belangrijk. Het kan ge zien worden als de hoeksteen van onze samenleving. Het college zal nieuwe onder wijsmethoden en ontwikkelingen in het onderwijs moeten stimuleren." De heer Tuinman vraagt zich af wat het essentiële verschil is met de formulering in het beleidsprogramma van het C.D.A. en de P.v.d.A. De heer Tuinman heeft geen verschil kunnen ontdekken. De heer Van Egmond heeft ook nog opmerkingen gemaakt over de vraag of het be leidsprogramma wel wettelijk vastgesteld kan worden. Bij brief van 16 februari 1983 hebben de fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. het beleidsprogramma ter discussie aangeboden. In een voorstel aan de raad biedt het college het beleidsplan inderdaad ter discussie aan. Dat is juist. Maar de fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. stellen voor het beleidsprogramma door de raad te doen vaststellen. De fractie van de V.V.D. heeft meerdere malen de gelegenheid gekregen haar eigen inbreng in het beleidsplan te geven. De heer Tuinman ziet geen enkele belemmering voor de vaststelling van het beleidspro gramma. Als het programma nu alleen een overeenkomst is tussen het C.D.A. en de PiV.d.A. waarin de V.V.D. niet gekend is, dan had het beleidsplan beter op de lijst van ingekomen stukken geplaatst kunnen worden. De raad had het pro gramma dan voor kennisgeving kunnen aannemen. Het is echter uitdrukkelijk de bedoeling dat het beleidsprogramma hedenavond vastgesteld wordt. De heer Van Egmond denkt dat het op grond van de gemeentewet niet mogelijk is dat een programma dat ter discussie wordt aangeboden ook wordt vastgesteld. De fractie van de V.V.D. is voorstander van een beleidsprogramma. De fractie was dan ook gaarne van het begin af aan bij de 0pstelling ervan betrokken ge weest, waardoor thans misschien de prioriteiten van een prijskaartje waren voorzien. Het heeft zo niet mogen zijn. Het is jammer dat de procedure wat anders gelopen is. Daar is nu echter niets meer aan te doen. De fractie van de V.V.D. kan met het beleidsprogramma instemmen als tenminste aangegeven wordt wat de kosten van een en ander zijn. Het voorliggende beleids programma heeft wat weg van een verkiezingsprogramma. Het verhaal dat de fractie van de V.V.D. aan de fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. gestuurd heeft had daar ook wel iets van weg, ware het niet dat de fractie van de V.V.D. gezegd heeft dat haar plan een opzet is. Uit beide concept-plannen hadden de punten moeten worden gehaald waarover over eenstemming is bereikt. Gezamenlijk had daarna het financiële plaatje ingevuld moeten worden. De voorzitter stelt vast dat er goed gediscussiëerd is over de betekenis en ook een beetje over de globale inhoud van het beleidsprogramma. De fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. hebben het gemeentebestuur een spiegel voorgehouden. Het college heeft dit ook zo aangevoeld. In de aanbiedingsnota's voor de komende begrotingen en in voorstellen of het uitblijven van voorstellen zal de raad kunnen toetsen in hoeverre het beleids programma wordt gevolgd. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 122