Omdat het beleidsprogramma in algemene lijnen het college een spiegel biedt en
er dus geen sprake is van enige gebiedende wijze, hoeven eerdergenoemde vragen
dus niet gesteld te worden. Het college van burgemeester en wethouders heeft dat
goed begrepen en we vinden het jammer bij de fractie van de V.V.D. niet een
zelfde begrip te hebben aangetroffen.
Tot slot, de zogenaamde eerste opzet voor een beleidsprogramma van de zijde
van de V.V.D.-fractie, ons aangeboden op 30 juni van dit jaar, konden wij - en
dat is genoegzaam bekend - nauwelijks als een amendering van ons program zien.
Daarmee is niet gezegd dat het een nietszeggend stuk zou zijn. Integendeel, het
bevat tal van waardevolle elementen en wij danken de V.V.D.-fractie in ieder
geval voor de verzette arbeid.
Toch willen onze fracties alsnog, in deze raadsvergadering of komende raads
vergaderingen, de V.V.D. de gelegenheid geven zich bij het beleidsprogramma aan
te sluiten, desnoods met een voorbehoud voor enkele voor de V.V.D.
niet aanvaardbare punten. Dat zou dan een gedeeltelijke aansluiting worden.
Voor verder uitstel voelen de fracties van C.D.A. en P.v.d.A. vandaag niets
meer en we stellen dan ook voor het beleidsprogramma vanavond in deze vergade
ring vast te stellen."
De voorzitter stelt vervolgens het beleidsprogramma ter discussie. De heer Tuin
man heeft terecht vastgesteld dat er van de zijde van het college geen dis
cussiestuk met vragen ter tafel is gebracht. Dat was ook beslist niet nodig
omdat het hier gaat om een concept in eerste instantie door de raad en de ver
schillende fracties wordt gewogen en besproken.
Het ligt in de politieke lijn dat de heer Van Egmond als eerste reageert op de
opmerkingen van de heer Tuinman.
De heer Van Egmond stelt eerst vast dat de fractie van de V.V.D. een groot voor
stander is van het opstellen van een beleidsplan.
De heer Tuinman heeft gesproken over schoonheidsfoutjes. Ook de heer Van Egmond
wil een schoonheidsfoutje aan de orde stellen. Het gaat niet om het vaststellen
van een beleidsprogramma maar over een discussie omtrent een beleidsprogramma.
Een beleidprogramma kan wettelijk gezien nooit vastgesteld worden. Het feit dat
de V.V.D. geen mede-indiener van het beleidsplan is, is niet gelegen in het
principe van een dergelijk plan. Evenmin ligt hieraan een principiële onenig
heid binnen de Willemstadse raad ten grondslag. Sterker nog, in het beleids
plan zitten vele aspecten die ook in het verkiezingsprogramma van de V.V.D.
terug te vinden zijn. Daar ligt nu ook gelijk het probleem. De fractie van de
V.V.D. is van oordeel dat het voorliggende beleidsprogramma teveel weg heeft van
een verkiezingsprogramma. Een verkiezingsprogramma is vorig jaar al gepresen
teerd. Voor de V.V.D. is het van wezenlijk belang, dat de plinten die in een
dergelijk beleidsprogramma worden behandeld ook van een prijskaartje worden
voorzien. Alleen dan kan beoordeeld worden of alle wensen in de praktijk c.q.
binnen het budget haalbaar zijn. Het is om die reden dat de fractie van de
V.V.D. dit onvolledige beleidsplan afwijst.
Het voorstel van de fractie van de V.V.D. is dit beleidsprogramma voor kennis
geving aan te nemen en over te gaan tot de orde van de dag.
De heer Tuinman gaat niet meer in op de kritiek van de fractie van de V.V.D.
dat het beleidsprogramma niet meer is dan een samensmelting van verkiezings
programma's. In de eerste termijn is dit bezwaar voldoende weerlegd. Het hoofd
argument waarom de fractie van de V.V.D. zich niet kan verenigen met het be
leidsprogramma is gelegen in het feit dat het plan niet financieel onderbouwd
is. Met betrekking tot de financiën zijn de fracties van het C.D.A. en de
P.v.d.A. van mening dat in principe de inkomsten en uitgaven van de gemeente
in evenwicht dienen te zijn. De gemeentelijke inkomsten worden voor ongeveer
75% door het rijk bepaald middels de uitkeringen uit het gemeentefonds, sub
sidies enz.
Op slechts 25% van het totaal heeft het gemeentebestuur rechtstreekse invloed.
Deze inkomsten betreffen belastingen, retributies enz.
-De-