f n nc
:i\,i sj' s
?#jft J.sv
VmftïW.i Still - '-«H:
."S-Jï 1 ":""i cl'.!
v>i r-,0 A
»t?.t {>sé.>
",:d V- :)èoh ;>-v
V"-H di'sV *"-■■;■■■
i v? 'ibimj? m\
V- -u i
j,;.,! :.i J'r {;v - .1 'j f.'.-1 i
-r-.j ni' AfrvM .'«I; n,<\'
PRPV f.r**» vrrflrto »1 bJtO'i 'I
not
f rfefi'.".'; dVJojf, 'J»i
b .'„Ai-•.k>v
üMfi
.tri!ff
',T r
J. x-b
f.hïr.
I..'V 'J.'.V')J:'"
.tfisw I b'R'Av' n
n v.'I
ib'vffti 'isci1
i.u^-3 -caU i-^cowy
«rnnf;
yv/ij l'! j'
r i
i; i I
y'y\\;
riM i ï- I
>M-f
"i I
b.:)
C-I 'hnyïjlrï'il V ;,.bv i'Vi
'W.W TtW AW
-8-
Vanuit Willemstad kan een voorbeeld worden gegeven van een school waar het les
rooster werd veranderd waardoor één leerling niet meer mee kon met het gezamen
lijk vervoer. De directeur van die school zei toen dat de gemeente dan maar een
taxi moest laten rijden. Het bleek onhaalbaar dat de schooltijden onderling op
elkaar afgestemd werden.
De ingreep die thans door de minister heeft plaatsgevonden is zeer rigoureus.
In eerste instantie worden alleen nog de reiskosten per openbaar vergoed. Er
zijn echter kinderen die om uiteenlopende redenen niet alleen met het openbaar
vervoer kunnen reizen. Dan laat de regeling de mogelijkheid open dat een ouder,
voogd of verzorger het kind met het openbaar vervoer begeleid. Deze kosten wor
den dan eveneens vergoed. Als deze mogelijkheid niet realiseerbaar is, is aan
gepast vervoer toegestaan. De voorzitter ziet begeleiding van kinderen door ou
ders, voogden of verzorgers nauwelijks zitten. Het is echter een idee dat in
Den Haag is uitgedacht en dat in de praktijk toegepast moet worden.
De heer van der Sluijs gaat in op het voorbeeld dat de voorzitter gegeven heeft.
Hij vraagt zich af of er in de toekomst geen beter overleg tussen de school
hoofden kan plaatsvinden omtrent de onderlinge afstemming van schooltijden in
verband met gezamenlijk vervoer. Afzonderlijk vervoer van leerlingen geeft de
gemeenten en/of het rijk onnodige kosten.
De voorzitter wijst er op dat de laatste jaren onder de Lager-onderwijswet 1920
de regeling van het vervoer van leerlingen van scholen voor buitengewoon onder
wijs zodanig is geworden dat alle toegepaste vormen vergoed werden. Een school
hoofd heeft dus het recht aan zijn zijde als hij stelt dat afzonderlijk vervoer
op grond vein de wet vergoed dient te worden. De voorzitter heeft de directeur
van de school uit zijn voorbeeld er op gewezen dat door een dergelijke handels
wijze door het rijk de geldkraan dichtgedraaid wordt.
De voorzitter heeft het gelijk aan zijn zijde gekregen. Overigens zijn er in het
algemeen met de scholen goede contacten. Het geschetste voorbeeld was een uit
zondering
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling met ingang
van 1 augustus 1983 van de wijze van vervoer voor leerlingen van scholen voor
buitengewoon onderwijs als bedoeld in artikel 2 van het Besluit buitengewoon
onderwijs 1967.
Krediet voor de aanleg van een drukriolering voor de Stadsedijk en de Helaedijk.
De heer van Egmond zegt namens de fractie van de V.V.D. datih het voorstel is
vermeld dat geen rekening gehouden is met een eventueel lagere aanneemsom door
de economische recessie. Hieruit leidt de heer van Egmond af dat het college
verwacht dat de aanneemsom lager zal uitvallen. Kan de fractie vein de V.V.D.
geïnformeerd worden over de gronden waarop het college dit verwacht.
Bij de berekening van de uitkering op basis van de verfijningsregeling riole
ringen van het rijk gaat het college uit van 130 aansluitingen. Wat zijn de ge
volgen als straks blijkt dat er geen 130 aansluitingen te realiseren zijn?
De heer Munters antwoordt dat op dit moment de praktijk zo is dat een groot aan
tal werken beneden de kostenraming aanbesteed worden. Gezien de omvang van het
werk wordt verwacht dat de aanneemsom lager zal zijn dan de kostenbegroting.
Wanneer het aantal aansluitingen lager wordt dan thans is geraamd, wo/üt de ver
fijningsuitkering lager. Hierbij moet wel in ogenschouw genomen worden dat naar
het zich thans laat aanzien in 1984—1985 de Wet Verontreiniging Oppervlakte
wateren in werking treedt. Op grond van deze wet is ieder pand verplicht aan te
sluiten op de openbare riolering. Wanneer na een zekere periode alsnog een aan
tal panden aanlsuiten, wordt hiervoor ook de verfijningsuitkering uitbetaald.
De heer van Egmond heeft begrepen dat de kans bestaat dat op niet al te lange
termijn de verfijningsuitkering rioleringen wijziging zal ondergaan.
Heeft dit als consequentie dat degene die op een later tijdstip aansluit de kos
ten hiervoor zelf volledig moet dragen als op dat moment de verfijningsuitkering
riolering is vervallen?
-Het-