(V!f; -4- Instelling van een adviescommissie ad hoc "Voorbereiding Algemene Politiever ordening" De heer Tuinman zegt namens de fractie van de P.v.d.A. dat er enkele maanden geleden in de regionale pers reeds sprake van was dat de voorbereiding van een nieuwe Algemene Politieverordening ver was gevorderd. Nu het college hetzelfde zegt in het voorliggende voorstel neemt de fractie van de P.v.d.A. dit zeker voetstoots aan. Als de fractie het zich herinnert, gaat het voor het aanbrengen van meer uni formiteit tussen de Algemene Politieverordeningen van de gemeenten die vallen onder de groep Steenbergen van de rijkspolitie. Nu in het eindstadium de samenstelling van een advies-commissie ad hoe wordt bepleit, vraagt de fractie van de P.v.d.A. zich af waarom dit niet in een eerder stadium is gebeurd. Zij spreekt de hoop en de verwachting uit dat de in te stellen commissie meer mogelijkheden heeft dan slechts het fiatteren van hetgeen reeds overeengekomen is. Overigens vindt de fractie van de P.v.d.A. het principe van het instellen van een commissie met betrekking tot de herziening van de Algemene Politieverordening een goede zaak. In dit kader waardeert de fractie het streven van het college alle fracties hierbij te betrekken. De kandidaat van de P.v.d.A. is, met haar medeweten en toestemming, mevrouw M.J. Kroon-Klink. Een bijkomende zaak is of het college bij dit voorstel ook gedacht heeft aan de benoeming van plaatsvervangende commissie-leden? Of wordt daarin voorzien in de artikelen 1, 3, 4, 5, 7, 8 of 9 van de Algemene Commissieverordening? De voorzitter bevestigt dat bij de opzet van de nieuwe Algemene Politieverorde ning gedacht is aan een zekere mate van uniformiteit. Die uniformiteit reikt op zichzelf nogal ver, omdat voor de Algemene Politie verordening gebruik gemaakt wordt van het model van de Vereniging voor Neder landse Gemeenten (afdeling Noord—Brabant In de regio wordt dit model door de gemeenten gehanteerd. Voor de gemeenten die onder de groep Steenbergen van de rijkspolitie ressorteren wordt thans ambtelijk een uniforme Algemene Politieverordening voorbereid. De ambtelijke voorbereiding betreft de formeel-juridische aspecten van de ver ordening Een en ander betekent echter niet dat er voor de gemeenten Steenbergen, Dintel- oord en Prinsenland, Fijnaart en Heijningen en Willemstad een exact gelijk luidende Algemene Politieverordening vastgesteld gaat worden. Iedere gemeente heeft haar eigen specifieke kenmerken. Nadat er ambtelijk een concept-verordening is voorbereid, gaat een commissie uit de raad zich over de inhoud van het ontwerp buigen. De verordening wordt door de raad vastgesteld. De raad behoudt dus de vrijheid wijzigingen in de concept-verordening aan te brengen. Er is niet gedacht aan de benoeming van plaatsvervangende leden voor de commissie ad hoe. De algemene commissieverordening voorziet daar ook niet in. Als er behoefte bestaat aan de benoeming van plaatsvervangende leden voor de commissie heeft het college daartegen geen enkel bezwaar. De fracties dienen dan twee kandidaten voor te dreigen. De benoeming van plaatsvervangende leden betekent overigens niet dat zij steeds de vergaderingen van de commissie moeten bijwonen. Wanneer een van de leden afwezig is, neemt het plaatsvervangend lid zijn plaats in. De heer Dane deelt mede dat de fractie van het C.D.A. de heer Van der Sluijs kandidaat stelt als lid van de commissie. De fractie van de V.V.D. wijst bij monde van de heer Van Egmond de heer Boertjes aan als kandidaat voor de commissie. De fracties van het C.D.A. en de V.V.D. vinden het een goede zaak plaatsver vangende commissieleden aan te wijzen. De heer Van der Sluijs stelt namens de fractie van het C.D.A. de heer K. Dane kandidaat als plaatsvervangend lid van de commissie ad hoe. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1983 | | pagina 100