-10- sport is hetrogeen, presenteert zich op verschillende wijzen, en je kunt er op meerdere manieren mee in aanraking komen. Bijna iedereen heeft incidenteel of regelmatig gevoetbald, gezwommen enz., al dan niet in clubverband. /heil Sommigen daarentegen zien minder/in de eigen fysieke verrichtingen, maar hebben meer belangstelling voor de prestaties van anderen, dus passieve recreatie. De actieve sport doet zich voor in verschillende verschijningsvormen, al naar gelang de organisatievorm en het doel wat ermee wordt beoogd. Bij de recreatie sport ligt het accent op de ontspanning en de mogelijkheid tot sociaal contact; een vorm van sport die zowel binnen als buiten het georganiseerde verband kan plaatsvinden. De wedstrijdsport vindt plaats in georganiseerd verband, waarbij een sterk accent wordt gelegd op het leveren van prestatie. Topsport als bovenste tree daarvan. Sport als maatschappelijk verschijnsel is gebleken niet statisch te zijn. Zij heeft in het verleden een ontwikkeling te zien gegeven waarvoor enkele momen ten als illustratief kunnen gelden. Zo is er de ontwikkeling van het toch wel elitaire karakter van de sport in vroeger dagen naar het algemene karakter van nu - de welvaartsstaat is daaraan niet vreemd - de ontwikkeling van de algemene wedstrijdsport naar recreatie sport, en ten laatste het ontstaan van de topsport, niet zelden uitmond in de beroepssport. "Papier is geduldig" luidt een bekend gezegde. "Verkiezingsprogramma's zijn even geduldig als het papier waarop zij staan ge schreven" is de verzuchting die men wel eens in sportkringen kan beluisteren. Het valt niet te ontkennen dat in vele gemeentelijke verkiezingsprogramma's beleidsvoornemens worden geëtaleerd voor een optimaal sportbeleid, waarvan be trekkelijk weinig blijkt terecht te zijn gekomen zodra na de periode van vier jaar de balans wordt opgemaakt. Dat is zeker niet te wijten aan onwil bij de bestuursorganen maar eerder aan het gebrek aan financiële mogelijkheden om alle wensen integraal te kunnen honoreren. Want juist daar zit het grote verschil, tussen wat de sportliefhebber wenst en wat financieel haalbaar is. Er zijn meestal andere zorgen in elke gemeentelijke huishouding die méér financiële aandacht verdienen en daardoor prioriteit ge nieten. Dat neemt niet weg dat we het sportgebeuren naar het laatste plan moeten schuiven, maar wij als C.D.A. menen dat we het sportgebeuren een duidelijke plaats moeten geven binnen onze plaatselijke leefgemeenschap. Daarbij komt de eeuwige vraag in hoeverre de gemeente alleen een voorwaardescheppende taak heeft, met name het tot stand brengen en in stand houden van sportaccomodaties dan wel verder moet gaan door directe of indirecte steunverlening. Met andere woorden, welke persoonlijke bijdrage kan redelijkerwijs worden verlangd van hen die een of amdere sport beoefenen? Is er daarbij verschil tussen sportbeoefening in verenigingsverband en "ongeorganiseerde" recreatieve sport? Bij het beantwoor den van deze vragen zitten we midden in de discussie. Want niet alleen lopen binnen een gemeente de meningen sterk uiteen als het gaat om de vraag wat van de overheid al dan niet mag worden verwacht, maar ook de opvattingen van veiqgelijl bare gemeenten onderling verschillen vaak opvallend veel van elkaar. En naar onze mening is een onweerlegbaar feit dat de gemeentelijke overheid het dichtst staat bij de sportbeoefening en wordt beschouwd als eerste geroepene om deze te stimuleren door het aanleggen en in stand houden van voorzieningen, voor zover het particulier initiatief daartoe niet in staat of bereid is. Sport is te lange tijd door de overheid niet op de juiste waarde geschat, en wat afhoudend benaderd als gold het alleen een zaak van het particulier initia tief. Gelukkig is deze opvatting aanzienlijk bijgesteld, zodat reeds gedurende een aantal jaren in elk verkiezingsprogram de sportbeoefening enige aandacht krijgt. En wij vinden dan ook dat naast het scheppen en beheren van sportvoorzieningen en door de gemeente het nodige moet worden gedaan om de sportbeoefening te -activeren-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 9