ft -6- het voorstel. De heer van den Hil heeft de in de raadsportefeuille liggende offertes bezien en geconstateerd dat er een aanzienlijk prijsverschil is. De fractie van de V.V.D. is van mening dat wanneer er sprake is van verschil leden offertes omtrent dezelfde machines de laagste inschrijver de order dient te krijgen. Immers wanneer het college in een bepaald bedrijf minder vertrouwen heeft voor wat betreft service enz., dan heeft het volgens de fractie van de V.V.D. geen zin om bij dat bedrijf prijsopgave te vragen. De heer de Visser wijst er op dat zijn fractie ongeveer gelijkluidend commen taar heeft. Er lagen drie offertes in de portefeuille. Keus te over. Alle drie de bedrijven zijn even duur. Toch is één van de drie het goedkoopste vanwe ge de hogere inruilwaardeDe fractie van de P.v.d.A. zou het college in over weging willen geven bij het beraad over de te plaatsen bestelling, kortom bij de vraag: "wie van de drie?", aan de goedkoopste te denken. Ervaring met de service van één van de twee hogere inschrijvers hoeft nog niet te zeggen dat de service van de laagste inschrijver slechter zou zijn. De voorzitter vindt dat alle drie de fracties de spijker op de kop geslagen hebben. Er zijn drie offertes. Bij allen is de aanschafprijs dezelfde, maar bij de een is de korting veel groter dan bij de ander. In het voorstel staat uitdrukkelijk vermeld dat het college zich over de gunning nader zal beraden. Dat houdt inderdaad verband met het feit dat burgemeester en wethouders er op dit moment nog niet ten volle van verzekerd zijn dat de laagste inschrijver ock die snelle service kan verlenen die nodig is, als in het hoogseizoen de maai- machines volop in bedrijf zijn. Het college neemt de opmerkingen van de drie fracties natuurlijk zeer ter harte. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomst:'; het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een krediet beschikbaar te stellen van ƒ.7.500,voor de vervanging van twee maaimachines en de be groting 1981 hiermede in overeenstemming te brengen. Instellen c.q. wijzigen van verkeersmaatregelen voor de Boven- en Benedenkade. De heer van den Hil merkt op dat de fractie van de V.V.D. overtuigd is van de noodzaak dat er vanwege de zeer slechte staat van onderhoud van de kademuren dergelijke ingrijpende verkeersmaatregelen genomen moeten worden. Vooral het verlies van parkeerplaatsen dat door de maatregelen zal ontstaan, zal zich zekei doen gelden. De fractie van de V.V.D. vraagt het college dan ook het ongemak zoveel mogelijk te beperken, door aan de volgende punten aandacht te schenken door: 1. de afsluiting op een dusdanige manier te realiseren dat het stukje Beneden- kade waar de kademuur nog goed is, te weten het gedeelte Benedenkade voor het voormalig graanpakhuisvoor parkeren van auto's open te laten; 2. bij het verlenen van ontheffingen de nodige soepelheid te betrachten; 3. op de Bovenkade aan een zijde parkeren weer toe te staan. De heer Manneke komt in de vergadering Vervolgens deelt de heer Versteeg mede dat de fractie van het C.D.A. accoord kan gaan met het voorstel van het college. Het verwonderde zijn fractie wel een beetje dat in het voorstel niet gesteld is dat het tijdelijke maatregelen betreft. De fractie van het C.D.A. wil hierop toch wel de nadruk leggen opdat er zo spoedig mogelijk weer op dit gedeelte van de Benedenkade geparkeerd kan worden Voorts wordt afgevraagd of het niet nodig is een afmeerverbod in te stellen voo schepen bij het gedeelte van de kademuur dat op instorten staat. Het zou een ernstige zaak zijn wanneer de kadewand zou instorten wanneer daar schepen afgemeerd liggen. De heer Tuinman bevestigt dat ook de fractie van de P.v.d.A. alle begrip heeft voor de door het college voorgestelde maatregelen. Voorgesteld wordt de Beneden- kade gesloten te verklaren in beide richtingen voor alle verkeer behalve voetgai gers. De fractie van de P.v.d.A. geeft in overweging om ook een uitzondering te maken voor fietsers. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 73