a
8. brief van het dagelijks bestuur van het streekgewest Westelijk Noord-Bra
bant van 12 mei 1981 waarbij het jaarverslag van het streekgewest oVer
1980 wordt overgelegd;
9. idem van 21 mei 1981 waarbij een copie van de brief van het dagelijks
bestuur van het streekgewest aan de minister van Volksgezondheid en
Milieuhygiëne over de luchtverontreiniging wordt toegezonden;
10. brief van de archiefcommissie van het Streekarchivariaat Nassau-Brabant
waarbij overeenkomstig het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling een
afschrift van de voorlopig vastgestelde rekening over 1979 van het ar-
chivariaat met de daarbij behorende toelichting wordt overgelegd;
11. brief van het Hoofd van de Inspectie Breda van de Dienst der Domeinen
naar aanleiding van gestelde vragen met betrekking tot de gorzen ten
oosten van Willemstad;
12. brief van de Vereniging van Nederlandse Praktiserende Architecten van mei
1981 met betrekking tot het "officieuze circuit".
De heer Tuinman deelt mede dat de fractie van deP.v.d.A. over de vermelde stuk
ken niets op te merken heeft. In het algemeen wordt de vraag gesteld wanneer
een besluit of een brief op de lijst van ingekomen stukken komt. Mede afhanke
lijk van het antwoord van het college behoudt de fractie van de P.v.d.A. zich
het recht voor in tweede instantie een meer concrete vraag te stellen.
De heer Dane zegt dat op de lijst van ingekomen stukken onder punt 11 de brief
van het Hoofd van de Inspectie Breda van de Dienst der Domeinen naar aanleiding
van gestelde vragen met betrekking tot de gorzen ten oosten van Willemstad
staat vermeld. Gezien de belangrijkheid van deze brief stelt de heer Dane voor-
deze voor te lezen. Aan de huidige toestand van de gorzen ten oosten van Willem
stad dient regelmatig publiciteit te worden gegeven. In dit geval is het een
goede zaak als de brief in het openbaar wordt voorgelezen.
De voorzitter beantwoordt allereerst de vraag van de heer Tuinman. Een besluit
wordt op de lijst van ingekomen stukken geplaatst wanneer hierop door een hoge
re instantie is beslist of wanneer een concept-besluit in het kader van de
gemeenschappelijke regelingen geen aanleiding geeft tot het maken van opmer
kingen.
Ook worden er brieven aan de raad gezonden waarop geen besluit behoeft te wor
den genomen. Deze brieven worden dan ter kennisneming op de lijst van inge
komen stukken geplaatst.
Ei- worden echter ook brieven aan het gemeentebestuur gericht, waarop de raad ee;
besluit moet nemen. Burgemeester en wethouders doen de raad terzake een voorstal
Een dergelijke brief behoort dus niet voor kennisgeving te worden aangenomen en
hoort in beginsel dan ook niet thuis op de lijst van ingekomen stukken.
Het kan echter weieens gebeuren dat het college inziet dat een voorstel aan
de raad omtrent een bepaalde brief nogal wat tijd vergt. In zo'n geval wordt
die brief dan weieens op de lijst van ingekomen stukken geplaatst met de
opmerking dat het college omtrent de brief in een volgende vergadering een voor
stel zal doen. Als voorbeeld geeft de voorzitter het verzoek om adhesie van
van burgemeester en wethouders van Woensdrecht aan het raadsbesluit dier ge
meente met betrekking tot de statuten van Intergas n.v. Het verzoek om adhesie
is op de lijst van ingekomen stukken geplaatst voor de vergadering van 10 maart
1981. Een voorstel van het college terzake staat hedenavond op de agenda.
Vervolgens leest de voorzitter de brief van het Hoofd van de Inspectie Breda
van de Dienst der Domeinen d.d. 26 mei 1981 voor:
"Onderwerp
Gorzen ten oosten van Willemstad.
Naar aanleiding van uw bovenaangehaalde brief (dit is een brief van 21 april
1981) deel ik u het volgende mede.
Zoals u wellicht bekend is, heeft het lid van de Tweede Kamer der Staten-
-Generaal-