-6- 2. Beplanting Arie de Witpark. "In de vergadering van 14 april j.l. heeft de raad een krediet beschikbaar ge steld voor het aanbrengen van beplanting bij het Arie de Witpark. Zowel onze fractiegenoot, de heer A. Voogt als de fractievoorzitter van het C.D.A. vroegen toen respectievelijk wanneer verwacht mocht worden dat met het aanbrengen van de beplanting zou worden begonnen en: of de beplanting er op korte termijn zou komen. De loco-burgemeester antwoordde dat er al wat grondwerkzaamheden hadden plaats gevonden en dat de beplanting op korte termijn zou worden aangebracht. De fractie van de Partij van de Arbeid wil weten waarom de afwerking nog niet afgerond is. Is het egaliseren niet goed gebeurd? Is er wel voldoende toezicht uitgeoefend op de werkzaamheden? Moeten wij nu constateren dat inmiddels de geschikte beplantingsperiode voorbij is, dat het nu najaar 1981 wordt voordat er geplant kan gaan worden, en dat de bewoners van Arie de Witpark, Ds.Schoutenlaan en Van Wassenaerlaan dankzij ge meentelijke traagheid nog maanden tegen een kale vlakte mogen aankijken?". De voorzitter roept de vragenstellers in herinnering dat op 14 april 1981 een kre diet beschikbaar is gesteld voor het aanbrengen van beplanting bij het Arie de Wit park. De begroting 1981 en de desbetreffende begrotingswijziging zijn door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant nog niet goedgekeurd. De heer Munters vervolgt dat er in eerste instantie grondwerkzaamheden verricht zijn. Bij die grondwerkzaamheden is er geen opdracht gegeven tot egaliseren. Er is voldoende toezicht uitgeoefend op de werkzaamheden. De opdracht voor de aannemer hield in de grond te spitten. De geschikte beplantingstijd is voorbij, maar die was ook 14 april j.l. voorbij. Wanneer het college in de vergadering van 14 april 1981 de verwachting gewekt heeft dat er 15 april 1981 geplant zou gaan worden is dat begrijpelijk. Het college stond in de startblokken. Na 14 april is er een koude, droge periode gekomen. De aannemer heeft toen gezegd bereid te zijn te gaan planten, maar hij kon dan geen enkele garantie geven dat het geplante materiaal in de vat zou gaan. Het zou een kwalijke zaak zijn geweest als het college toch opdracht had gegeven tot het aanbrengen van de beplanting, waarvan de zekerheid bestond dat meer dan 50% niet in de vat zou geraken. Er is gedaan wat gedaan moest worden. Een zelfde situatie heeft zich voorgedaan in Helwijk. Voor Helwijk is ook een beplantingsplan opgesteld. Dat plan is al langere tijd gereed om uitgevoerd te worden. Er is een offerte gevraagd. De Heidemij heeft toen gesteld dat het beter zou zijn de beplan tingswerkzaamheden uit te stellen omdat het late voorjaar niet de geschiktste tijd is om de werkzaamheden uit te voeren. De heer Kamp kan alles over deze zaak vertellen want hij heeft het plan van het begin tot het einde begeleid. De bewoners van het Arie de Witpark behoeven beslist niet de gehele zomer tegen het braakliggende terrein aan te kijken. Het is de bedoeling dat dezer dagen de grond gefreesd zou worden en dat er daarna gras ingezaaid wordt. De heer Tuinman constateert voor de tweede maal dat er in dit geval dezelfde pro blematiek speelt als ten aanzien van het speelterrein in plan NoordlangewegDaar was het te nat en hier is het te droog. Was het niet beter geweest om het voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet in een eerder stadium aan de raad voor te leggen dan in de afgelopen raadsvergadering. De voorzitter antwoordt dat dit laatste inderdaad het beste was geweest. Het weer heeft een grote invloed op dit soort van activiteiten. 3. Begaanbaarheid eind Grote Singel. "De fractie van de P.v.d.A. heeft geconstateerd dat er aan het eind van de Grote Singel bij de Westdijk onder andere een tegelpad is aangelegd bestaande uit grastegels Daardoor is die plek praktisch niet begaanbaar geworden voor wandelaars met bij voorbeeld kinderwagens. -Wie-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 65