Dat is een visie waarin de fractie van de P.v.d.A. zich wel kan vinden. Er kon bezwaar gemaakt worden tegen het normensysteem. Twee weken daarna deelt het college in antwoord aan de Z.W.N. mede dat men zich zal moeten neerleggen bij het normen systeem voorzieningenniveau streekvervoer. Een dergelijke reactie komt de fractie van de P.v.d.A. wat passief over. Het gemeentebestuur heeft hier een duidelijker te vervullen rol. Door middel van een beroepschrift of een brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat hadden de be zwaren tegen het normensysteem geuit kunnen worden. Welke zwaarwegende overwegingen hebben het college verleidt zulks niet te doen? De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethouders in hun brief van 22 april 1981 aan de directie van het streekvervoer hebben geschreven dat het terugbrengen van het aantal lijnen hun spijt. In dit opzicht moet de realiteit van het openbaar vervoer vanuit Willemstad richting Rotterdam onder ogen worden gezien. Vastgesteld moet worden dat de wijze waarop er vanuit Willemstad in de richting Numansdorp en terug van het openbaar vervoer gebruik wordt gemaakt, zeer minimaal is Deze lijnen, en vooral de ritten die gaan uitvallen, worden weinig gebruikt. Dat is een gegeven. Ondanks het feit dat het college gezegd heeft dat het jammer is dat die lijnen uitvallen, want het was nog mooier geweest als er een "uur—verbinding" met Rotterdam tot stand was gekomen, moet met de realiteit rekening worden ge houden. Met name op de uren waarop de busdiensten komen te vervallen is het passagiersaan— bod naar en vanuit Willemstad zeer gering. Dat was voor burgemeester en wethouders de reden om te blijven pleiten voor een zo'n optimaal mogelijke verbinding van Willemstad via het openbaar vervoer in de richting Roosendaal en in de richting Rotterdam. Het spijt het college dat economische motieven de busondernemingen nopen om hun service te verminderen. De realiteit heeft duidelijk gemaakt dat met name van de ritten die gaan vervallen vaak geen enkel gebruik gemaakt wordt. Hiertegen bezwaar maken zou nergens op stoelen. De heer Tuinman zegt dat als de voorzitter bedoelt dat de rit van zondagmorgen negen uur richting Numansdorp een lage bezetting heeft, de voorzitter gelijk heeft. Als de voorzitter zegt dat alle retour-ritten tussen Numansdorp en Willemstad om streeks negen uur 's avonds de gehele week door op werkdagen een lage bezetting hebben, twijfelt de heer Tuinman daar al wat meer aan. Het meest twijfelt de heer Tuinman aan de bezetting van de bus op zaterdag om 13.00 en 15.00 uur, te weten de retourrit Numansdorp-Willemstad De heer Tuinman is blij dat het het college spijt dat de dienstverlening wordt teruggebracht, alleen blijft hij zich afvragen of die opmerking niet te bestemder plekke had moeten worden gedeponeerd. Was de Z.W.N. wel de meest aangewezen instantie? De heer Tuinman wilt er niet al te dramatisch over doen, maar hij denkt dat zelfs als er sprake is van een minimale bezetting hij toch moet constateren dat de dienstverlening aan de bevolking ver mindert. Het gemeentebestuur spreekt namens de bevolking, Dat is de achterliggende gedachtengang dat de fractie van de P.v.d.A. vraagt waarom het college niet bij de minister van Verkeer en Waterstaat bezwaar heeft gemaakt. De heer Tuinman heeft niet de illusie dat als het gemeentebestuur van Willemstad bij de minister bezwaren indient, deze daar ontzettend van onder de indruk zal zijn, en daarom de dienst regeling verandert. Er zijn nog ongeveer 800 gemeenten in Nederland. Nu zou de minister de indruk kunnen krijgen dat zijn normensysteem blijmoedig geaccepteerd wordt. Dat is voor wat de fractie van de P.v.d.A. betreft niet het geval. De voorzitter begrijpt de opmerkingen van de heer Tuinman best. Hij stelt echter dat de rijksoverheid het openbaar vervoer enorm subsidieert. De realiteit is ook dat de overheidsuitgaven binnen de perken moeten blijven. Een onderdeel hiervan is het streekvervoer. De voorzitter is blij dat de heer Tuinman toch constateert dat het college de spreekbuis van de gemeente is. Volgend jaar zal, indien nodig, een tot de minister van Verkeer en Waterstaat ge richt schrijven omtrent het openbaar vervoer uitgaan.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 61