-5- De voorzitter heeft sterk de idee dat als de raad zou besluiten om alsnog mede werking te verlenen voor de aanschaf van een stofzuiger, gedeputeerde staten van Noord-Brabant hun goedkeuring aan dit besluit onthouden. De goedkeuring zal niet worden verleend vanwege het feit dat de gemeenteraad een besluit genomen heeft in strijd met de Kleuteronderwijswet. De door het schoolbestuur gevolgde procedure is onjuist geweest. Iedereen uit het bijzonder onderwijs weet dat er geen uitgaven kunnen worden gedaan, tenzij voor af de goedkeuring is verkregen. De inspecties van het kleuteronderwijs en van het lager onderwijs voeren een lande lijk beleid ten aanzien van het verlenen van medewerking voor de aanschaf van materialen. Dit beleid komt bij gesprekken met schoolbesturen steeds aan de orde. Als een school graag een filmtoestel wilt hebben is het antwoord van de inspectie dat deze aanschaf de normale eisen aan het geven van onderwijs te stellen over schrijdt. Een zelfde verhaal kan de voorzitter houden omtrent de aanschaf van een kleurentelevisietoestel Het zal een algemene regel zijn dat ten aanzien van een school die geen speel lokaal heeft maar speel-werklokalen de aanschaf van gymmatten de normale eisen aan het geven van kleuteronderwijs te stellen te boven gaat. Op deze visie stoelt de inspecteur zijn advies. De voorzitter behoeft het advies van de inspecteur in de vergadering van de raad niet te verdedigen omdat dat zijn taak helemaal niet is. Het is voor het college nauwelijks denkbaar de raad een voorstel te doen dat afwijkt van het advies van de inspecteur. De inspecteur heeft een advies gegeven dat past binnen het kader van de jurisprudentie van de Kleuteronderwijswet. De raad is vrij een andere beslissing te nemen, doch moet niet verbaasd zijn dat gedeputeerde staten goedkeuring aan dat besluit zullen onthouden. De heer Tuinman heeft nog geen antwoord gehad op zijn opmerking of nu ook anders dan uit de algemene middelen dergelijke zaken bekostigd kunnen worden. De heer Tuinman kan zich niet vinden in het Verhaal van de voorzitter omtrent de speel- en lichaamsoefeningen. Als voorbeeld zijn een filmtoestel en een kleurentele visie aangehaald. Gevraagd wordt of de voorzitter die apparatuur in verband kan brengen met educatieve doeleinden. Dat kan voor wat betreft een kleurentelevisie en een filmtoestel best, maar niet rechtstreeks afgeleid van eisen die ten aan zien van speel- en werkplannen die met name in artikel 16 van de Kleuteronderwijs wet vermeld worden. ALs kennelijk het beleid van de inspecties is dat geen mede werking wordt verleend aan de aanschaf van gymmatten ten behoeve van kleuter scholen die slechts de beschikking hebben over speel-wrerklokalendan is dat naar de mening van de heer Tuinman een beleid van de inspecties dat volgt uit richtlijnen van een bezuinigende rijksoverheid. Dat wil nog niet zeggen dat men zich in dat beleid van de inspecties kan ver diepen. Dat wil ook niet zeggen dat men het eens een keer niet eens zou kunnen zijn met een advies dat door een inspecteur wordt gegeven en dat door het college van burgemeester en wethouders wordt opgevolgd. De voorzitter stelt dat er duidelijk sprake is van de vervanging van een stof zuiger. In dit kader moet het verzoek om medewerking worden beschouwd. Wellicht kan het bestuur van de Prinses Beatrixkleuterschool nog eens in overleg treden met de inspecteur om te bekijken of er nog een andere manier is om de kosten voor de aanschaf van een stofzuiger vergoed te krijgen. Die weg die het bestuur nu bewandeld heeft, namelijk een verzoek om medewerking ex artikel 50, van de Kleuteronderwijswet, is onbegaanbaar. De heer Manneke blijft er bij dat de aanschaf van de stofzuiger een spoedeisend geval is geweest. Het kan toch niet verkocht worden dat drie maanden moet worden gewacht voordat een nieuwe stofzuiger kan worden aangeschaft. De voorzitter zegt dat de heer Manneke de zaak anders beoordeelt dan de inspec teur gedaan heeft. Het staat de raad vrij, in afwijking van het voorstel van het college, een ander besluit te nemen. Burgemeester en wethouders willen nadrukke lijk het advies van de inspecteur opvolgen. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 4