J nua 14J i09a nr. -13- Dat plan is in overleg met het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappe lijk Werk (Rijksdienst voor de Monumentenzorg) en het ministerie van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening tot stand gekomen. Bij het laatstgenoemde mini sterie moet dan weer een onderverdeling plaats vinden tussen de centrale en de provinciale Directie van de Volkshuisvesting. In het kader van het stadsver nieuwingsplan zijn een aantal zogenaamde bijzondere en openbare werken opge voerd. In het overleg, daarover gevoerd met de rijksinstanties, is uiteraard voor een aantal werken gezegd dat die niet voor een subsidie in aanmerking komen. Dat is nadrukkelijk niet gezegd ten aanzien van de uit te voeren werk zaamheden aan de Benedenkade. De Grontmij heeft een rapport opgesteld over de toestand van de kademuren aan de Benedenkade. Uit de rapportage is gebleken dat het gedeelte van de kademuren tussen hotel Bellevue en dOrangemolen bijzonder slecht is. Zo slecht dat in het rapport gesproken wordt over een kantelmogelijkheid. Die kantelmogelijkheid is zeer reëel aanwezig. Het gemeentebestuur heeft dan ook steeds gezegd dat de restaura tie van de kademuren een preferente zaak is. Dit is door de rijksinstanties er kend. Zij hebben gesteld dat, als het enigszins kan, die restauratie in het jaar 1981 moet plaats vinden. Er moeten gelijktijdig nog twee werken met betrekking tot de Benedenkade plaats vinden. Er moet terplaatse riolering worden gelegd. Alle panden aan de Benedenkade lozen nog op de binnenhaven. Voorts moet de Be nedenkade opnieuw bestraat worden, zeker nu bekend is dat de kans op kantelen van de kademuren aanwezig is. Ook liggen er enkele bouwplannen voor panden aan de Benedenkade die niet eerder uitgevoerd kunnen worden, voordat er voorzie ningen aan de kademuren zijn getroffen. Op aansporing van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft het college nog een alterna tief plan voor het herstel van de kademuren doen opstellen. In november 1980 is het verzoek om een subsidie aan de betrokken instanties toe gezonden. Begin februari 1981 zou de vergadering van de provinciale commissie voor de stadsvernieuwing plaatsvinden, waarin de gelden voor Willemstad be schikbaar gesteld zouden kunnen worden. Het is niet zo dat gesteld is dat het hoogst dubieus zou zijn dat Willemstad bij de verdeling van de gelden zou zijn. Helemaal niet! Na de vergadering van de provinciale commissie heeft de voorzitter onmiddellijk contact opgenomen met de verantwoordelijke personen. Toen is gebleken dat Wil lemstad niet eens op de prioriteiterïlijst voor 1981 voorkomt. Dit betekent dat de instantie die de prioriteitenlijst opstelt, de provinciale directie van de Volkshuisvesting, op dit moment intern blijkbaar nog niet van mening is dat er in dit geval sprake is van een bijzonder openbaar werk. Als dat het geval is, heeft zulks als consequentie dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg zijn toe zegging tot subsidiëring ook niet gestand kan doen. De kosten van restauratie van een monumentaal onderdeel van de vesting die ge schat worden op 800.000,zullen dan volledig voor rekening van de ge meente komen. Dat is volstrekt in strijd met de afspraken die indertijd in het Mauritshuis met de verschillende rijksdiensten zijn gemaakt. De Rijksdienst vcor de Monu mentenzorg was verbaasd over het feit dat de prioriteit die de restauratie van de Benedenkade in eerste instantie had gekregen, is vervallen. Het is een bekend gegeven dat de gelden die beschikbaar zijn voor de stadsvernieuwing niet meer zo overvloedig zijn als een aantal jaren geleden. Het bedrag dat het Rijk be schikbaar stelt voor de provincie Noord-Brabant is niet al te groot. Het mag echter niet zo zijn dat de beschikbare gelden voor de stadsvernieuwing uit sluitend gaan naar de grootste gemeenten. Het is best te begrijpen dat als ge zegd wordt dat er gekozen moet worden tussen restauratie van kademuren of de restauratie van 500 woningen, dat het project van de woningen dan voor gaat. Een gemeente als Willemstad, die aangewezen is als beschermd stadsgezièht inge volge de Monumentenwet, waaruit de opdracht voortvloeit het monument in het ge heel in stand te- houden,,, komt dan nooit meer aan de bak. -Dat-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 45