-12-
II. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op 23 maart 1981.
Voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de rekening van het woning
bedrijf over .het .jaar 1976.
De heer van der Sluijs deelt namens de raad mede dat de rekeningen zijn gecon
troleerd en accoord bevonden. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders be
sloten tot voorlopige vaststelling van de gemeenterekening en de rekening van
het woningbedrijf over het jaar 1976.
Intrekking van een besluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
voorbereidingsbesluit
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming besloten in te trekken zijn besluit van
8 juli 1980 waarbij overeenkomstig artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning is verklaard dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor de percelen
kadastraal bekend gemeente Willemstad, sectie E nummers 608 en 264, respectieve
lijk plaatselijk bekend Benedenka.de 9 en Voorstraat 50.
Rondvraag.
Voor de rondvraag zijn een tweetal vragen van de fractie van het C.D.A. inge
komen.
1. De gemeente Willemstad zal, evenals andere gemeenten, een woonwagenkamp
moeten inrichten. Is hieromtrent iets naders bekend?
De voorzitter antwoordt dat het gemeentebestuur bij brief van 10 augustus 1977
aan het college van gedeputeerde staten ontheffing heeft gevraagd van de ver
plichting om een woonwagenkamp binnen de gemeente te moeten inrichten.
Er is op gewezen dat het om planologische redenen erg moeilijk is om op de voor
geschreven wijze een woonwagenkamp te realiseren en dat er nimmer woonwagenbe
woners om een standplaats in Willemstad hebben gevraagd.
Gedeputeerde staten hebben inmiddels een Woonwagenplan vastgesteld. In dit
plan werd Willemstad ook vermeld als een gemeente die een woonwagenkampje moet
inrichten. Laatstelijk heeft de verantwoordelijke gedeputeerde Einmahl de voor
zitter gevraagd hoever de plannen in Willemstad gevorderd waren om te komen tot
een woonwagenkampje. Toen heeft de voorzitter hem gewezen op het feit dat er
nimmer antwoord ingekomen is op de brief van 10 augustus 1977.
Binnen de kortst mogelijke termijn was er hierna een antwoord op de brief binnen
dat gedeputeerde staten de gevraagde ontheffing niet kunnen verlenen. Dit be
tekent dat het gemeentebestuur nu de planologische mogelijkheden moet gaan
onderzoeken, om te komen tot een woonwagenkampje. Te zijner tijd zal de raad
hieromtrent de nodige voorstellen tegemoet kunnen zien.
De heer van der Sluijs vraagt hoeveel standplaatsen het woonwagenkampje zal
moeten omvatten.
De voorzitter zegt dat in het Woonwagenplan wordt gesproken over 2-6 stand
plaatsen.
De heer van der Sluijs informeert verder of de woonwagenbewoners bij het op
stellen van de plannen inspraak krijgen.
De voorzitter verwijst naar de discussies in de gemeenteraden van Hoeven en
Ossendrecht. Met welk voorstel het college ook komt, er zullen altijd problemen
met betrekking tot de situatie rijzen.
2. De laatste tijd wordt er in de dagbladpers gesproken over een vermindering
of in ieder geval een ernstige vertraging van de uitbetaling van de uitkering
voor bijzondere en openbare werken in het kader van stadsvernieuwingsplannen.
De gemeente Willemstad heeft een beroep op een dergelijke uitkering gedaan
voor het herstel van de kademuren van de Benedenkade.
Kan het college de raad meerderè inlichtingen verstrekken omtrent deze
zaak?
De voorzitter deelt mede dat de raad in zijn vergadering van 14 oktober 1980 het
stadsvernieuwingsplan Vesting Willemstad heeft vastgesteld.