-10-
De genoemde hoofdingenieur-directeur heeft teruggeschreven dat zodra er concrete
plannen bekend worden er met de gemeente contact zal worden opgenomen over een
eventuele wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied.
De tekst van de actualisatie van de beleidsvisie zal worden aangepast aan de
opmerkingen van de fractie van de P.v.d.A.
De heer Manneke vraagt wat de bestemmingen van de betreffende gebieden in het
plan Buitengebied zijn. Hoe is het mogelijk dat Rijkswaterstaat alleen kan be
slissen omtrent het al dan niet toelaten van recreatie. De gemeenteraad stelt
de bestemmingen door middel van een bestemmingsplan vast.
De heer van der Sluijs komt terug op de afspraken die met bepaalde personen
van Rijkswaterstaat gemaakt zijn omtrent de uitsparingen in het aangelegde bos.
Gevraagd wordt of de betreffende personen gehoord zijn omtrent de eventueel
door hen gemaakte afspraken. Zo ja, wordt hier dan nota van genomen.
De voorzitter deelt mede dat de gronden rondom het Volkeraksluizencomplex be
stemd zijn voor "Waterstaatsdoeleinden". De hoofdbestemming is voorzien van de
subbestemming "recreatie". Dit betekent dat recreatieve activiteiten zijn toe
gestaan.
Het aangelegde bos heeft in het bestemmingsplan Buitengebied de bestemming
"Bos". Uit deze bestemming vloeit een recreatieve functie voort. Staatsbosbeheer
ziet eigenlijk die recreatieve functie niet zitten. Als er in het bos geen re
creatieve activiteiten plaats zouden gaan vinden, ontstaat er een gebied van
grote natuur en landschappelijke waarde.
Er is inderdaad met de betrokken personen van Rijkswaterstaat over de eventuele
uitsparingen in het bos gesproken. Het college heeft ook nog een aantal namen
genoemd van mensen die uitdrukkelijk op de gemeente-secretarie gesproken/over
deze zaak. De toezeggingen zijn gedaan en Rijkswaterstaat kan hier niet onder
uit. hebben
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten met verwerking van de door
de fractie van de P.v.d.A. gemaakte opmerkingen, de beleidsvisie, met het oog
op de opstelling van het basisplan openluchtrecreatie, te actualiseren en zulks
het dagelijks bestuur van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant mede te
delen.
Verkoop van grond aan bewoners Abraham Andrieslaan 2 t/'m 10 (even).
De heer Tuinman zegt dat het college in het voorstel vermeldt dot de bewoners
hebben medegedeeld te kunnen instemmen met de gestelde voorwaarden. In de brief
van de bewoner van het pand Abraham Andrieslaan 10 echter vermeldt deze het
gebodene niet interessant te vinden. De interesse zou weer gewekt worden als het
college bereid zou zijn een strook van 2 meter ten noord-oosten langszij het
huis aan voornoemde bewoner te verkopen. Uit het voorstel, het concept-besluit
en de hierbij behorende tekening blijkt niet dat burgemeester en wethouders op
deze suggestie zijn ingegaan.
Moet derhalve niet aangenomen worden dat de overdracht van de grond slechts 4
van de 5 bewoners interesseert? Waarom dan toch een besluit voor 5 bewoners?
voorzitter antwoordt dat nader gesproken is met de bewoner van Abraham An
drieslaan 10. Het is niet wenselijk de grond ten noord-oosten van genoemd per
ceel te verkopen. Onderzocht wordt nu of de grond aan betrokkene in bruikleen
kan worden gegeven. Onder deze omstandigheden kon de heer van der Meer instem
men met de aankoop van de grond ten zuid-oosten van zijn perceel.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten aan de bewoners van de
percelen Abraham Andrieslaan 2 t/m 10 (even) te verkopen en in volle en vrije
eigendom te doen overdragen een strook grond gelegen ten zuid-oosten van de per
celen Abraham Andrieslaan 2 tot en met 10 (even), zijnde een gedeelte van het
perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad, sectie D nummer 1252, zoals aan
gegeven is op de bij het besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte situatie
tekening.
â– Parkeersituatie-