—4—
voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit met betrekking tot de
herziening van het bestemmingsplan Bovensluis. De fractie van het C.D.A.
vraagt zich af wanneer nu eindelijk tot een definitieve oplossing van dit
bestemmingsplan kan worden gekomen. Er wordt steeds uitgesteld. De fractie
van het C.D.A. zou graag zien dat op korte termijn hier een oplossing voor ge
vonden wordt.
De heer Manneke stelt dat het de fractie van de V.V.D. niet duidelijk is waarom
nu gebleken is dat de voorschriften van het geldende bestemmingsplan aanpas
sing behoeven. Gevraagd wordt ook waarom een totale herziening van het bestem
mingsplan nodig is.
De voorzitter antwoordt dat de raad in zijn vergadering van 11 maart 1980 ver
klaard heeft dat een partiële herziening van het bestemmingsplan Bovensluis
wordt voorbereid. De partiële herziening had betrekking op de percelen A no's
655 en 654. De raad was bereid medewerking te verlenen tot deze herziening
van het bestemmingsplan, voor zover het betrof de aanleg van een speel-/voet-
balvelö en het aanbrengen van parkeerplaatsen.
De stedebouwkundige heeft een partiële herziening van het bestemmingsplan ont
worpen. Toen het ontwerp gereed was, bleek dat bij de goedkeuring van het vi
gerende bestemmingsplan door gedeputeerde staten en bij de beslissing door de
Kroon op ingestelde beroepen aan bepaalde voorschriften goedkeuring is ont
houden. Het ontbreken van die voorschriften levert problemen op bij de tot
standkoming van de partiële herziening. De voorschriften behorende bij het
vigerende bestemmingsplan zouden van toepassing verklaard worden op de partiële
herziening. Wanneer een partiële herziening zou zijn vastgesteld door de
raad met die voorschriften, dan zou aan de herziening goedkeuring onthouden
zijn door gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Daarom stellen burgemeester
en wethouders een totale herziening van het bestemmingsplan Bovensluis voor.
Hetontwerpenvan een totaal herzien bestemmingsplan zal geen lange tijd vergen.
De heer Manneke vraagt of nu de omstandigheden of de huidige eisen gewijzigd
zijn. Er is toch een geldend bestemmingsplan.
De voorzitter antwoordt dat de raad op 14 mei 1974 het bestemmingsplan Boven
sluis heeft vastgesteld. Dat plannetje is door de gemeentelijke dienst zelf
ontworpen. Aan een aantal bij dit plan behorende voorschriften is goedkeuring
onthouden. De voorschriften zoals die zouden, moeten luiden zijn er dus niet.
Deze omissie zal door middel van een totale herziening van het bestemmingsplan
worden hersteld. Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan Bovensluis
in 1977 hadden de voorschriften moeten worden aangepast.
De heer van der Sluijs vindt dat het college hier vrij laat mee naar de raad
komt. Aan de partiële herziening van het bestemmingsplan is al een jaar ge
werkt. Gevraagd wordt in welk ontwerp-stadium de partiële herziening verkeert.
De voorzitter deelt mede dat het ontwerp voor de partiële herziening voltooid
is. De voorschriften die betrekking zouden hebben op deze herziening moeten
opnieuw geformuleerd worden.
De heer van der Sluijs neemt aan dat aan de reeds verrichte werkzaamheden
geen kosten verbonden zijn geweest, vanwege het feit dat de raad nu pas over
de werkelijke situatie op de hoogte is gebracht.
De voorzitter denkt dat dit een illusie is.
De heer van der Sluijs zou graag zien dat het college de stedebouwkundige er op
wijst dat het gemeentebestuur in het vervolg tijdiger op de hoogte wenst te
worden gebracht van de wijze waarop met goed gevolg een procedure tot herzie
ning van een bestemmingsplan kan worden volbracht.
voorzitter zal deze zaak onder de aandacht van de stedebouwkundige brengen.
De heer van der Sluijs zou graag zien dat de stedebouwkundige wordt medegedeeld
dat de raad niet te spreken was over het feit dat eerst pas na een jaar blijkt
dat het totale bestemmingsplan Bovensluis moet worden herzien in plaats van dat
met een partiële herziening kan worden volstaan.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten:
-l.te-