s -16- suggesties, dus ook van de andere fracties, die- volgens ons - positief staan ten opzichte van een te ontwikkelen sportbeleid. Wij menen te mogen constateren dat de financiering van zo'n beleid het grootste probleem zal blijken te zijn. Hoewel in de door u gepresenteerde Sportnota ook de ruimtelijke accomodatie ter sprake wordt gebracht, blijven wij het een misser vinden - maar dat hebben we in de vorige vergadering ook al gezegd - dat er geen bredere behoeften- peiling heeft plaatsgevonden, die aangeboden had kunnen worden in de door onze fractie gewenste Nota aceomodatiebeleid. Vanuit deze optiek bekijken wij alle opmerkingen die gemaakt worden over gebouw Irene, de Blokhut, de Schaapskooi en dergelijke. In de inleiding van de Sportnota vermeldt u dat er tekenen zijn in gemeentelijke kring die wijzen op een heroriëntering van het gemeentelijk sportbeleid. Zouden wij kunnen vernemen waaruit die tekenen bestaan en in welke richting de her oriëntering wijst? Mogen wij uw opmerking "dat integratie van de sport in het totale welzijnsbe leid ook betekent dat de sport afgewogen dient te worden tegen andere welzijns voorzieningen" als volgt vertalen: het vervullen van alle wensen zal niet al tijd mogelijk blijken? Een uitgebreide nota verleidt gauw tot een uitgebreide beschouwing. Maar wij dachten dat dat niet de bedoeling was. Van ons dus geen groot, algemeen ver haal over de sport, dat het zo goed is, dat het zoveel betekent, enz. enz. U weet dat dat uok door ons wordt onderkend, maar niet met zovéél woorden. In de Sportnota staan kleine oneffenheden. Misschien kunnen enkele cijfertjes te zijner tijd rechtgetrokken worden. Zo hebben bijvoorbeeld de Kogelvangers op bladzijde 14 211 leden en op bladzijde 20. 217. Het is echter al te gek aan dergelijke zaken veel aandacht te besteden. Tot slot van ons verhaal nemen we aan - en nu stippen we enkele zaken aan - dat u voornemens bent alert te blijven op signalen uit de Willemstadse gemeen schap Onder het sub-hoofdstuk "Toekomstige behoefte aan sportaccomodatie" ziet u 1 sporthal in 1990 bij 4.000 inwoners. Gezien de ons toegestane groei zal dat geen haalbare kaart blijken te zijn. Onze fractie ziet echter een sporthal wel zitten, maar dan zal er een ontkoppeling moeten plaatsvinden tussen de vermelde 4.000 inwoners en het jaar 1990. Met andere woorden: er hoeft niet op 4.000 inwoners gewacht te worden. Wel zouden wij u - gezien het financiële aspect - in overweging willen geven in hoeverre een en ander te realiseren is in samenwer king met het particulier initiatief. Met betrekking tot de door u vermelde verwijzing naar de "Voorlopige richtlijnen voor het aanvragen en toewijzen van toto-lottobijdragen ten behoeve van sport en lichamelijke vorming 1979" merken wij op dat de beste tijden voor wat betreft het verkrijgen van bijdragen voorbij zijn. Op blz. 19 zegt u dat aandacht zal moeten worden besteed aan de kleine sporten. U denkt aan een squashbaaneen nolschaatsbaan en dergelijke Kijken we echter op blz. 20 bovenaan, dan blijkt er zelfs in 1990 nog geen reke ning mee' te worden gehouden. Met betrekking tot de functie van de gemeentelijke overheid op het gebied van de sport zegt u terecht dat men niet mag stilzitten. Het algemeen belang noopt tot een actief, niet alleen incidenteel, gemeentelijk sportbeleid. Wij wensen u bij die te ontplooien aktiviteiten veel succes toe". D® voorzitter zegt dat door het tijdsverloop tussen het opstellen van een derge lijke nota en de behandeling bepaalde gegevens zijn achterhaald. Dat is een pro bleem. Het college is verheugd over het feit dat de nota op een brede wijze in het vooroverleg is geweest. De heer Dane heeft gezegd dat het een onweerlegbaar feit is dat de gemeentelijke overheid het dichtst staat bij de sportbeoefening en wordt beschouwd als eerste geroepene om deze te stimuleren door het aanleggen en in stand houden van voor zieningen voor zover het particulier initiatief daartoe niet in staat of bereid is. Dot is mede een basis van het gemeentelijk beleid. Het college zal in de activiteiten naar verschillende sportverenigingen toe steeds proberen dat uit— gangspunt te hanteren. -Voor-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 15