-15- betreft de benodigde sportaccomodaties in de toekomst. Deze raming komt de fractie van de V.V.D. reëel voor, behalve datgene wat de sporthal betreft. De fractie is ook van mening dat een flink deel van de financiële middelen van de gemeente goed aan de sport wordt besteed. De totale uitgaven voor sport bedroegen 89.]84,92. Hierbij is niet inbegrepen het gemeentelijk zwembad. Hiervoor waren de uitgaven ruim ƒ.70.000,Tevens kan de fractie van de V.V.D. accoord gaan met de visie van het college dat de financiële positie van de ge meente het noodzakelijk maakt dat de tekorten op onder andere de sportvelden, zeker gezien in het licht van de toekomstige uitbreiding, niet onbeperkt groter mogen worden. Op pagina 27 van de nota spreekt het college hier ook over. Daar is vermeld dat het aanbeveling verdient te onderzoeken in hoeverre en voor welke sportaccomodatie het mogelijk is bepaalde verrichtingen over te hevelen van de gemeentelijke sfeer naar de sportverenigingen. De fractie van de V.V.D. wilt graag weten aan welke verrichtingen burgemeester en wethouders denken. Goede afspraken in deze lijken wel gewenst. Ingestemd kan worden met het voorstel om te komen tot een verfijning van de subsidieverordening jeugd- en sportverenigingen, waarbij de voor de huidige accomodaties geldende versluierde subsidies worden gehandhaafd, althans voor lopig. Uit een oogpunt van duidelijkheid was het echter beter dat de verenigingen de kostprijs van de accomodaties aan de gemeente betalen en dat de gemeente hier een subsidie tegenover stelt. De fractie Van de V.V.D. wilt liever af var: de zogenaamde versluierde subsidies. Verzocht wordt deze materie nader uit te wer ken en zo mogelijk voor de volgende begrotingsbehandeling hieromtrent met voor stellen bij de raad te komen. Een dergelijke ombuiging dient met grote voor zichtigheid te geschieden omdat deze grote financiële gevolgen voor de vereni gingen kan hebben, ja zelfs het voortbestaan van een vereniging tot gevolg kan hebben De heer de Visser zegt namens de fractie van de P.v.d.A. het volgende: "De partij van de Arbeid is - en dat zou u kunnen weten - voorstander van een principiële heroriëntatie op het gebied van de openluchtrecreatie en de sport. Wij zouden willen dat er aandacht werd besteed aan: 1. meer mogelijkheden voor oudere kinderen voor kreatief spel; 2. het maken van een speelplan gericht op ontplooiingsmogelijkheden voor kinde ren van verschillende leeftijden in de open lucht. Het zou aanbeveling ver dienen bij de opstelling van zo'n speelplan de omgeving eens te bekijken vanuit het gezichtspunt van de kinderen; 3. het zo dicht mogelijk bij de directe woonomgeving brengen van allerlei vormen van recreatie 4. ook zou het volgens ons aanbeveling verdienen bij de aanleg en de bouw van sportaccomodaties en subsidiëring van sportaangelegenheden meer rekening te houden met sportbeoefening in gezins- (of andere samenlevingsvormen) verband. Onder andere tegen deze achtergrond hebben wij de door u gepresenteerde Sport- nota bekeken en zullen wij het door u te voeren sportbeleid beoordelen. Met het presenteren van de Sportnota hebt u technisch gesproken een knap stukje werk verricht. Een dergelijke inventarisatie moet ten grondslag ligger: aan het beleid in deze. Met de door u gevolgde procedure gaan we accoord. U hebt goede notitie genomen van de opmerkingen van de reagerende sportverenigingen en we roepen u met klem op dat te blijven doen. In de Sportnota is op duidelijke wijze de problematiek met betrekking tot het sportbeleid onder woorden gebracht. De door u opgevoerde problemen worden door onze fractie voor een groot gedeelte onderkend. Met het college hopen wij in de loop van de komende jaren oplossingen te kunnen aandragen, waarbij een aantal keuzen niet uit de weg zal kunnen worden gegaan. De fractie van de Partij van de Arbeid staat daarnaast open voor alle -suggesties

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 14