-14- Pagina 26 en 27 Subsidie: Wat gaat dit voor de verschillende verenigingen betekenen? Aan het eind van m'n verhaal zou ik nogmaals willen wijzen, op de mogelijkheden van een sportraad. Een sportraad, zijnde een bestuursorgaan van de gemeente en uiteraard werkzaam binnen het kader getrokken door de gemeente. Misschien kunnen we op deze manier gezamenlijk wat meer inzicht krijgen en daar door beter en gerichter optreden." De heer van den Hil zegt dat ook de fractie van de V.V.D. blij is met de aan bieding van de Sportnota, waarin alles staat wat in de gemeente op sportgebied gebeurt goed op een rijtje gezet is. De fractie van de V.V.D. ziet dc Sportnota ook meer als een inventarisatie-nota dan als een starre beleidsnota. Met het college is de fractie van oordeel dat door de integratie van de sport in het totale welzijnsbeleid de sport dient te worden afgewogen tegen andere welzijnsvoorzieningen. Gelukkig hebben de sportverenigingen ook zeer positief op deze nota gereageerd. Enige kanttekeningen die de fractie van de V.V.D. wilt maken of punten die zij extra wenst te benadrukken zijn de volgende. Bij het sportbeleid moet worden gestreefd naar een evenwichtige aandacht voor alle vormen van sport. Op pagina 3 van de nota staat een tabel betreffende de omvang van de sportbe oefening in de gemeente Willemstad. Hieruit blijkt dat de belangstelling voor sport in onze gemeente relatief zeer groot is. Bij de zwemsport wordt het aantal beoefenaren als zijnde onbekend opgegeven. Is het aantal verstrekte abonnementen voor het zwembad geen indicatie in deze? OP pagina 4 wenst de fractie van de V.V.D. onderscheid te maken tussen hetgeen nodig en gewenst is voor een evenwichtige ontwikkeling van de sportbeoefening. Er kan natuurlijk wel een verlanglijstje gemaakt worden, maar de fractie wilt duidelijk uitgaan van de werkelijke behoefte die uiteraard realiseerbaar moet zijn. De fractie van de V.V.D. verzoekt het college waar mogelijk rekening te houden met gedane suggesties door de sportverenigingen. De gymnastiekvereniging stelt voor bij aanschaf, vernieuwing van toestellen en het uitvoeren van de jaarlijkse service-beurt te doen in overleg met de vereniging. De heer van den Hil denkt dat dit geen problemen behoeft te geven. Op pagina 15 houdt het college, zij het zeer voorzichtig, toch een pleidooi voor het oprichten van een sporthal. Hier gaat het college verwachtingen wekken en behoeften kweken die toch niet realiseerbaar zijn. In de nota is vermeld dat de ervaring heeft geleerd dat gemeenten tot 5.000 inwoners feitelijk onvoldoende draagvlak bieden voor een sporthal. Even verder op bladzijde 15 zegt het college dat voorzichtig rekening moet worden gehouden met en het raadzaam wordt geacht een sporthal te realiseren los van de vraag of de daarvoor benodigde financiële middelen kunnen worden vrijgemaakt en of er planologische mogelijkheden in de gemeente aanwezig zijn. Gelukkig komt het college op pagina 16 weer tot bezint ning. Hier wordt gesproken dat een reëel standpunt moet worden ingenomen; bij de bouw van een voorziening zal rekening gehouden moeten worden met een zeer grote investering: een aanvaardbare bezettingsgraad zal aangetoond moeten kunnen worden. Geheel anders zou de zaak zijn bij stichting van een sporthal uit het particulier initia.tief. Da.n ontstaat er een geheel andere opzet. Gezien de huidige economische situatie zal het echter wel niet gebeuren. De fractie van de V.V.D. geeft dus duidelijk de voorkeur aan het verbeteren van de kwaliteit van de huidige accomodatie. Zo zou in het gymnastieklokaal de wasgelegenheid uit gebreid kunnen worden. De fractie van de V.V.D. stemt er mee in dat bij de inrichting van het nieuwe sportcomplex ook gedacht wordt aan een squashbaan en een rolschaatsbaan. Ver zocht wordt het college deze zaken planmatig uit te werken en te zijner tijd hierover met voorstellen bij de raad te komen. Op pagina 20 maken burgemeester en wethouders een voorzichtige raming voor wat -betreft-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 13