-4-
Met de heer Wolters is de fractie van het C.D.A. van mening dat ook de restau
ratie van de stoeppartij in het geheel moet worden betrokken, want naar de
mening van de fractie bepaalt dit aspect wel degelijk het historisch waardevol
karakter van de woning. Daarom is het een goede zaak dat het college in het
eerstkomend gesprek met de medewerkers van de Rijksdienst voor de Monumenten
zorg het verzoek van de heer Wolters ter sprake brengt en voor wat de fractie
van het C.D.A. betreft dienen burgemeester en wethouders er op aan te dringen
dat alsnog de kosten voor de restauratie van de stoeppartij subsidiabél- ge
steld worden.
De voorzitter deelt mede dat het gesprek met een medewerker van de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg reeds heeft plaatsgevonden. Van gemeentewege is er op
gewezen dat bij restauratie van bepaalde monumentale panden in de vesting de
stoepen hiervan een essentieel onderdeel vormen. In beginsel is dit uitgangs
punt door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg onderschreven. Het verzoek van
de heer Wolters zal door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg nader worden
bezien
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder verdere
beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten aan de heer T.M. Wolters,
wonende Voorstraat 13 te Willemstad een subsidie te verlenen in de restauratie
van de woning Voorstraat 13 te Willemstad, tot een bedrag van 30% van de door
de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk vastgestelde
subsidiabele kosten ad ƒ.53.509,— of ƒ.16.053,of zoveel meer of minder
als nader door genoemde Staatssecretaris zal worden vastgesteld, en zulks onder
de voorwaarde dat de uitbetaling van het subsidie niet zal geschieden voordat
vaststaat dat ook de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
tot uitbetaling van de rijkssubsidie overgaat.
Verplaatsen van een trafohuisje nabij de woning Pastoor Jutenlaan 3.
De heer van der Sluijs zegt als voorzitter van de commissie die belast was met
het horen van Wigant in verband met een beroepsschrift op grond van de Wet
Administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen dat die commissie volgens de
heer Wigant toegezegd zou hebben dat de commissie een onderzoek zou doen uit
voeren in verband met het verplaatsen van het trafohuisje Pastoor Jutenlaan 1.
Dit is onjuist. De commissie zou haar bevoegdheden te buiten zijn gegaan indien
toegezegd zou zijn dat zij een onderzoek zou doen plegen. Wel is met de heer
Wigant gesproken over het feit dat hij zelf de mogelijkheden moest onderzoeken
tot verplaatsing van hét trafohuisje. De commissie heeft nooit toegezegd dit te
zullen onderzoeken.
De heer Manneke bevestigt datgene wat de heer van der Sluijs heeft gezegd.
De heer Wigant stelt dat het trafohuisje in zijn tuin is gebouwd. Dan moet hij
er toch wat tegen kunnen doen om het gebouwtje te verplaatsen. Als de een in de
tuin van de ander bouwt staan de ander rechtsmiddelen ter beschikking om hier
tegen op te komen.
Het college wordt in overweging gegeven medewerking te verlenen aan het ver
plaatsen van het trafohuisje, doch niet op kosten van de gemeente.
De heer Tuinman informeert welk belang de gemeente heeft bij het handhaven van
het trafohuisje op het perceel Pastoor Jutenlaan 1. Hiermede is naar het oor
deel van de heer Tuinman geen gemeentelijk belang gediend. Voorts wordt ge
vraagd of het gemeentebestuur bezwaren heeft tegen het eventueel verplaatsen
van het trafohuisje. Het zou best eens kunnen zijn dat het gemeentebestuur geen
bezwaren heeft tegen de verplaatsing, tenzij de financiële lasten voor de ge
meente komen. De fractie van de P.v.d.A. zou min of meer de toezegging van het
college los willen peuteren dat, als de heer Wigant duidelijkheid heeft ver
kregen omtrent de eigendomsverhoudingen, burgemeester en wethouders dan de
deuren wijd openzetten voor zijn komst naar het college.
De heer Dane deelt mede dat de fractie van het C.D.A. van oordeel is dat er
geen voorbereidingsbesluit genomen moet worden en geen krediet beschikbaar
-gesteld-