-17- Drie of vier maanden hierna kan dan een gefundeerder stuk aan de raad worden voorgelegd. De voorzitter zegt de raad voor de begrotingsvergadering een praatstuk toe. De heer van der Sluijs vindt de toezegging wel mooi, maar een dergelijk stuk moet toch wel enigszins gefundeerd zijn. Een oppervlakkige notitie heeft weinig zin. De voorzitter is het niet met de heer van der Sluijs eens. Naar aanleiding van het discussiestuk kan de raad het college bijvoorbeeld opdragen een andere locatie nader te onderzoeken. Hiertoe behoeft dan nog niet eens een concept-bestemmingsplan voor te worden opgesteld, zodat de kosten minimaal zijn. Een dergelijke werkwijze kan best vruchten afwerpen. De heer de Visser vindt dat de discussie-nota door de raad als commissie behandeld moet worden. Wanneer hier iets concreets uit komt, behoeft het col leg zich voor de uitwerking maar op een locatie te richten. De locaties die niet haalbaar blijken behoeven dan niet nader onderzocht te worden. De heer van der Sluijs is van oordeel dat de raad als commissie voor de begrotingsvergadering een discussienota moet hebben behandeld. Dhr. de Visser zegt dat indien mogelijk, de discussienota behandeld moet zijn. In de begrotingsvergadering kan dan het resultaat van de bespreking worden betrokken. De voorzitter deelt nogmaals mede dat het college zal trachten voor de begrotingsvergadering de raad als commissie een discussie te doen toekomen. 6. Voortgezet openbaar onderwijs. "Zoals het college van burgemeester en wethouders waarschijnlijk bekend zal zijn, blijkt uit cijfers en prognoses van een rapport dat is opgesteld door de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, dat de komende tien jaar de behoefte aan openbaar onderwijs, en dan met name het voortgezet openbaar onderwijs, in de provincie Noord-Brabant toeneemt met naar schatting 50%. Deze gegevens zijn ontleend aan het C.B.S. en de Landelijke Commissie Planprocedure, die het rijk adviseert bij de planning voor nieuwe scholen. Bent u bereid de gemeente Willemstad bij het Centraal Orgaan voor Gemeente lijk Openbaar Onderwijs c.q. Gedeputeerde Staten aan te melden als vesti gingsplaats voor een openbare school voor voortgezet onderwijs (mavo/havo), of dat althans te overwegen?" De voorzitter antwoordt dat het college bereid is het verzoek te overwegen. Het gemeentebestuur moet echter zo reëel zijn dat onder ogen wordt gezien dat aanmelding van Willemstad als vestigingsplaats voor een openbare school voor voortgezet onderwijs het gevolg kan hebben dat de gemeente op korte termijn werkelijk als vestigingsplaats wordt aangewezen. Wanneer dit het geval is zal het gemeentebestuur toch met beschaamde kaken moeten mededelen dat er op dit moment geen geschikte locatie voorhanden is voor een dergelijk schoolgebouw. Dit houdt niet in dat het verzoek niet overwogen zal worden. Als het college in 1982 Willemstad aanmeldt als vestigingsplaats zal op korte termijn hierover zeker geen uitsluitsel worden gegeven. In het verleden is de gemeente Willemstad al eens eerder aangemeld als vestigingsplaats voor een school voor voortgezet onderwijs. Een ieder zou er gelukkig mee zijn als hier een dergelijke school gereali seerd kan worden. II. Fractie V.V.D. De laatste tijd staan er grote plassen water op het sportterrein dat nieuw wordt aangelegd. Wanneer dit voortduurt, ontstaat er grote schade aan dit terrein, speciaal aan de grasmat. Gevraagd wordt of alle werkzaamheden bij de aanleg van het sportterrein en hierbij wordt met name gedacht aan de drainage en de egalisatie, met de nodige zorgvuldigheid zijn uitgevoerd. -Welke-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1981 | | pagina 131