-15-
De voorzitter wijst eerst op het bepaalde in het Burgerlijk Wetboek.
De nabuur heeft het recht om te vorderen dat de bomen en heggen die op
een kortere afstand zijn geplant, worden uitgeroeid.
Hij op wiens erf de takken van de bomen van zijn buurman overhangen, kan
de laatstgenoemde noodzaken die takken af te snijden.
Indien de wortels van de bomen op zijn erf doorschieten, heeft hij het recht
om die aldaar zelf weg te hakken; ook de takken mag hij zelf afsnijden,
indien de buurman op zijn eerste aanmaning geweigerd heeft zulks te
doen, en mits hij niet op de eigendom van zijn nabuur treedt.
De eigenaren van naburige erven mogen bij gezamenlijke overeenstemming van
deze regels afwijken.
De heer Voogt informeert hoe er gehandeld moet worden wanneer de takken
van een heg van een particulier op een openbare parkeergelegenheid die
daaraan grenst, overhangen.
De voorzitter zegt dat de eigenaar c.q. beheerder van die openbare
parkeergelegenheid dan gerechtigd is om de overhangende takken af te
snijden.
Als de parkeergelegenheid van de gemeente is, is de gemeente hiertoe be
voegd.
4. Verlies paspoort.
'Gezien de gemeentelijke betrokkenheid bij de uitreiking van paspoorten
wagen wij het maar deze vraag te stellen. In geval van verlies of op andere
wijze in het ongerede raken van een paspoort is de houder verplicht, daar
van onverwijld aangifte te doen, in Nederland of de Nederlandse Antillen
bij de plaatselijke politie, enz.
Wil het college van burgemeester en wethouders nagaan hoe voorkomen kan
worden dat inwoners van onze gemeente niet aan deze wettelijke verplichting
kunnen voldoen?"
De voorzitter antwoordt dat het moeilijk is deze vraag op de juiste waarde te
schatten. Het college heeft niet begrepen wat exact de bedoeling van de vraag
is.
De procedure hoe te handelen wanneer een paspoort verloren is of op een
andere wijze in het ongerede is geraakt luidt als volgt.
Van de vermissing van een paspoort moet bij de rijkspolitie aangifte worden
gedaan. De politie moet dit rapport aan de burgemeester overleggen.
De burgemeester legt het rapport over bij een nieuwe aanvraag van een
paspoort, die bij de Commissaris van de Koningin moet worden ingediend.
In de periode die verloopt na de vermissing van het paspoort en de afgifte
van een nieuw paspoort, kan voor bepaalde buitenlandse reizen gebruik
gemaakt worden van een zogenaamde toeristenkaart A.
De heer Voogt wijst er op dat vermissing van een paspoort bij de rijks
politie moet worden gemeld.
Op de avonduren wordt men door middel van een antwoordapparaat op de
telefoon verwezen naar de rijkspolitie te Steenbergen.
De politie van Steenbergen verwijst naar de meldkamer in Breda en de meld
kamer schuift de zaak weer door naar de Rijkspolitie Steenbergen.
De politie in Steenbergen zegt dan dat er donderdagavond een spreekuur is
bij de plaatselijke politie voor de inwoners.
Deze zaak speelde zich op een vrijdag af, dus dit betekent dat eerst na
een week aangifte kan worden gedaan.
De voorzitter denkt dat als een paspoort vermist wordt op vrijdag er toch
wel een mogelijkheid is om eerder dan de volgende donderdag bij de plaatse
lijke politie aangifte te doen.
De heer Tuinman stelt dat iemand die zijn paspoort vermist verplicht is hier
van onverwijld aangifte te doen.
De voorzitter kent de omstandigheden niet hoe het antwoord van de rijks
politie te Steenbergen tot stand is gekomen. De voorzitter is voor de politie
aldaar niet verantwoordelijk.
-Wanneer-