-18- over deze zaak gedacht, In eerste instantie heeft het bestuur een vriendelijk briefje naar het college geschreven met het verzoek garant te staan voor een geldlening. Het college heeft toen eerst nagegaan over welk bedrag het ging, het rentepercentage, de looptijd van de geldlening enz.. De korfbalvereniging heeft de oefenhoek verlaten, het grondwerk is uitgevoerd en de tennisbanen kunnen aangelegd worden. Het college is van mening dat nu moeilijk de garantie geweigerd kan worden. De tennisvereniging zou dan in grote moeilijkheden komen. De heer Manneke heeft gevraagd of de leden van de vereniging hoofdelijk aan sprakelijk gesteld kunnen worden. De bank zal daar echter geen genoegen mee nemen, want de heer de Visser heeft gewezen op het ledenaantal. Kan de vereni ging de rente en aflossing wel opbrengen, wordt er niet te hoog van de toren geblazen, want heeft de vereniging over een aantal jaren nog wel voldoende leden. Een zelfde redenering zal de bank er op na houden. Het gemeentebestuur kan met een behoorlijke mate van zekerheid garant staan voor de verplichtingen van de ^tennisverenigingUitgaande van deze situatie stellen burgemeester en wethouders voor de garantie te verlenen. Hierbij wordt wel gerealiseerd dat het gemeentebestuur met de rug tegen de muur staat. Het feit dat de tennisbanen uitgebreid worden en het feit dat de tennisvereniging de aanleg van die banen zelf betalen wilt is een goede zaak. Mede hiervan uitgaande wordt voorgesteld de gevraagde garantie te verlenen. De door de bank verstrekte concept-geld leningsovereenkomst is een standaardovereenkomst. De overeenkomst bevat alge mene bedingen enerzijds betrekking hebbend op liniaire aflossing en anderzijds op aflossing op annuïteitsbasis, In het voorliggende geval is er sprake van een liniaire aflossing. De tennisvereniging heeft, gelet op het aantal leden, het voornemen de geldlening in minder dan 10 jaren af te lossen. De heer Manneke verzoekt de geldleningsovereenkomst aan te passen ten aanzien van een geldlening met liniaire aflossing. Voorts vindt de heer Manneke het de moeite waard te onderzoeken of de bank genoegen neemt met een hoofdelijke aansprakelijkheid van de leden van de tennis vereniging. Bi j wijze van alternatief zou overwogen kunnen worden aan de leden van de tennisvereniging zelf een garantie te vragen ten opzichte van het ge meentebestuur. D<r ^£S£?lttBr denkt dat er dan een heel merkwaardige situatie zal ontstaan, die niets oplevert. Bij niet-nakoming van de verplichtingen door de tennisvereni ging zal het gemeentebestuur de schulden van de vereniging moeten voldoen op grond van de geldleningsovereenkomst. Het gemeentebestuur kar» dan ieder lid afzonderlijk aanspreken. Toegezegd wordt dat de concept-geldleningsovereenkomst zakelijk zal worden na gelopen. Wel wordt opgemerkt dat de bedingen die voor de gemeente van belang zijn, vermeld staan op bladzijde 2 en 3 van de overeenkomst en wel de bedinoen 1 tot en met 9, heer van der Bluijs laat de waarschuwing uitgaan dat een besluit tot garantie ten behoeve van de tennisvereniging niet betekent dat het gemeentebestuur zon der meer voor andere verenigingen als borg zal gaan optreden. Naar de mening van de heer van der Sluijs is het een onjuiste zaak dat het gemeentebestuur garant moet staan voor financiële verplichtingen van plaatselijke verenigingen. De.heer de Visser had dezelfde opmerkingen willen maken. Het is echter niet juist dat het gemeentebestuur een uitzondering maakt voor één vereniging. Als de andere verenigingen op dezelfde wijze geen medewerking kan worden verleend is het niet reëel dit nu wel te doen. j^e onderschrijft het standpunt van de heer van der Bluijs. Er mag best een pittige waarschuwing uitgaan naar het bestuur van de tennisvereniging a het^onjuist heeft gehandeld. Het is ook een waarschuwing voor de andere Verenigingen dat op deze wijze het gemeentebestuur niet garant kan zijn voor financiële verplichtingen. Anderzijds beteknt het wel, dat als de tennisvereni- g ng van te voren met hetzelfde verhaal was gekomen, het college voorgesteld had de garantie zonder meer te verlenen. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 48