p
-7-
□e voorzitter vindt dat de heer van der Sluijs ver vooruitloopt op een discus
sie die nog moet komen, namelijk die van de vaststelling van het partieel ge
wijzigde bestemmingsplan.
De invulling van de herziening van het bestemmingsplan is ithans niet aan
de orde. De raad wordt gevraagd zich uit te spreken of het bestemmingsplan
Bovensluis partieel wordt herzien.
De heer van der Sluijs geeft het college de gemaakte opmerking ter overweging
mee.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten:
I. te verklaren dat partiële herziening wordt voorbereid van het bestemmings
plan Bovensluis voor de percelen kadastraal bekend gemeente Willemstad
sectie A nummers 655 en 654, zoals is aangegeven op de bij het besluit
behorende en als zodanig gewaarmerkte situatietekening;
II. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op 24 maart 1980.
Verkeersmaatregelen in het kader van de verkeers- en parkeCTproblematiek.
De heer van der Sluijs merkt op dat indertijd de bezitters van jachten is
toegezegd dat er voor hen parkeerruimte zal zijn heel dicht nabij de jachthaven.
Welke afspraken gelden thans nu het betreffende terrein in de Achterstraat is
verdwenen? Voorgesteld wordt, tanzij er andere afspraken zijn, die mensen hun
auto te laten parkeren op het terrein op het havenhoofd.
Namens de fractie van de P.v.d.A, zegt de heer de Visser het volgende:
"De voorstellen van het college wijken op sommige punten af van de voorstellen
van de werkgroep "verkeers- en parkeerproblematiek.Wij kunnen ons niet aan de
indruk onttrekken dat de meningen van de op de hoorzitting aanwezige inwoners
daarbij een rol hebben gespeeld. Dat vinden wij een goede zaak. U bent flexibel
gebleken in het ombuigen van diverse voorstellen.
U wilt:
1. het parkeerverbod zuid zijde(huizenkant) Benedenkade intrekken.
In relatie tot plannen voor herinrichting van deze kade ware te overwegen
meer aandacht te besteden aan de positie van de fietsers en de voetgangers
in het verkeer, en derhalve het parkeerverbod te handhaven.
2. Terwijl de werkgroep een nadere discussie over parkeerplaatsen voorstelde,
stelt u met name met betrekking tot de fietsers en de brommers voor de
ruimte onderaan de Parade daarvoor te reserveren onder gelijktijdige uit
roeping van een parkeerverbod voor fietsen en bromfietsen op het middenpad
van de Voorstraat. Dit laatste vinden wij een goede zaak, maar of het eerste
dat ook is, valt te betwijfelen.
Zou aan de noordzijde (havenkant) van de Benedenkade geen betere gelegenheid
te vinden zijn?
3. Met betrekking tot het door u voorgestelde eenrichtingsverkeer op de Kerk-
ring leeft in onze fractie de vraag of het niet wenselijker geweest «as dit
eenrichtingsverkeer door te trekken, dus vanaf de hoek met de Jan van Glymes-
straat naar de hoek met de Willem de Zwijgerstraat, en vanaf die hoek weer
eenrichtingsverkeer richting Hofstraat. Het voordeel daarvan zou kunnen z^jn dat
er op voornoemde stukken geen - althans in onze ogen - ongewenste verkeers
bewegingen gaan ontstaan.
4. Het duidelijkst hebt u zich wat gelegen laten liggen aan de opmerkingen over
de Rozemarijnstraat. H&t prototype van een historische straat mag niet aange
tast worden door er een ongewenste bestemming aan te geven. We zijn dus ver
heugd dat u erop bent teruggekomen daar een parkeerplaats voor brommers e.d.
te maken.
5. U wilt afwachten wat er onderaan de Westdijk gaat gebeuren. Ondertussen wordt
opgemerkt dat een verbreding van de Noordlangeweg ernstig overwogen kan wor
den vanaf Elim tot de Westdijk. Bij die overwegingen moet ook een rol spelen
-dat-