-6- voorzitter gaat er van uit dat na de inwerkingtreding van de Kampeerwet de raad opnieuw een uitspraak zal moeten doen of en zo ja welk gedeelte van het ter rein voor het innemen van standplaatsen in aanmerking komt. Op dit moment is zulks in de visie van burgemeester en wethouders nog niet aan de orde. De mo gelijkheid voor verplaatsing van standplaatsen is echter niet uitgesloten. Op dit ogenblik staan er op de camping Bovensluis 400 caravans, terwijl er volgens de vergunning van gedeputeerde staten 450 mogen worden geplaatst. De heer de Visser concludeert dat na een uitdunning het aantal standplaatsen met 50 kan worden uitgebreid, 08 voorzitter zegt dat het juist is dat er krachtens de vergunning van gedepu teerde staten van Noord-Brabant 450 kampeereenheden kunnen warden geplaatst. Het uitgeven van 50 plaatsen is binnen de huidige vergunningvoorwaarden moge lijk, Er is dus geen sprake van een nieuwe uitbreiding. De heer de Visser vraagt of aan het onderwerpelijk verzoek toch niet ten grond slag ligt het opheffen van parkeerplaatsen op het huidige terrein teneinde ruimte te scheppen voor de nog te plaatsen 50 kampeereenheden, De voorzitter denkt van niet. Het grote aantal auto*s, zowel van de standplaats houders als van de bezoekers, vormt op het parkeerterrein een probleem, Niet verwacht wordt dat als er een parkeervoorziening is gecreeërd er 50 standplaat sen bij zullen komen. De heer de Visser begrijpt hieruit dat in principe dus toch min of meer vooruit gelopen wordt op de uitbreiding in oppervlakte van de nog resterende 50 stand plaatsen. voorzitter ontkent dit en stelt nogmaals uitdrukkelijk dat het college voor stelt een voorbereidingsbesluit te nemen, opdat te zijner tijd de raad een partiële herziening van het bestemmingsplan Bovensluis ter vaststelling kan worden aangeboden, die betrekking heeft op het treffen van parkeervoorzieningen, het scheppen van ruimte voor sport- en spelactiviteiten en uitbreiding van de beplanting. De overige grond behoudt de thans vigerende bestemming. Op het moment dat er een uitdunning van standplaatsen plaats moet vinden, zal de raad een uitspraak moeten doen of die kampeereenheden verplaatst kunnen worden naar grond die thans bestemd is voor agrarische doeleinden. Er is zeker geen sprake van dat de rol van de stedebouwkundig adviseur wordt verontachtzaamd. Op het moment dat het adviesbureau werd ingeschakeld was er sprake van uitbreiding van het aantal plaatsen. Op die titel is advies gevraagd. Uitgaande van uitbreiding van het aantal kampeerplaatsen is gezegd dat het een planologisch onjuiste zaak zou zijn indien het gemeentebestuur hieraan mede werking zou verlenen. Het college heeft zich achter dit advies gesteld. In een gesprek met de directie van camping Bovensluis zijn andere facetten naar voren gekomen, namelijk parkeer- en sportvoorzieningen en de bijbehorende beplanting. Deze zaken kwamen het college niet onredelijk voor. Derhalve wordt de raad een voorstel gedaan tot het nemen van een zogenaamd voorbereidingsbesluit. Hier uit vloeit voort dat het college het Bureau voor ruimtelijke ordening opdracht verstrekt het bestemmingsplan Bovensluis partiëel te herzien. Burgemeester en wethouders brengen hierbij in dat de wijziging geen ruimte mag bevatten voor de caravanhandel en standplaatsen voor kampeereenheden. Een wij ziging voor de eerder genoemde zaken is slechts aanvaardbaar. 0(3 heer Manneke vraagt zich dan toch af waarom het college in eerste instantie wel advies inwint en in tweede instantie niet, terwijl het Bureau Zuiderhoek en Van der Veen toch ook het bestemmingsplan Buitengebied heeft ontworpen. voorzitter antwoordt dat er in eerste instantie sprake was van uitbreiding van het aantal standplaatsen op de camping. Hieromtrent is advies gevraagd. Zoals de zaak nu ligt is er geen sprake meer van uitbreiding van het aantal stand plaatsen, maar van kwaliteitsverbetering van de camping, 08 heer van der Sluijs informeert of nu besloten kan worden dat maximaal 1 ha. van het nieuwe terrein bestemd kan worden voor standplaatsen die noodzakelijk zijn ten gevolge van uitdunning conform de bepalingen in de Kampeerwet. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 36