A 3 J.JIW BTMiu 3 3 P
$t
-2-
9. brief van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord-Bra
bant van 25 februari 1980 betreffende de vorming van een gewestelijke
brandweer;
10.het besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant van 26 februari 1980,
G nr.389.900 houdende de goedkeuring van het raadsbesluit van 15 januari
1980 tot verkoop van onroerende goederen van de heer A. Maat in het kader
van het stadsvernieuwingsplan en ten behoeve van de uitbreiding van de ge
meentelijke sportterreinen;
11.het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 februari
1980 houdende goedkeuring van de Verordening als bedoeld in art. 9. 2e lid
van de Winkelsluitingswet 1976, zoals die bij raadsbesluit van 15 januari
1980 is vastgesteld.
De heer Voogt merkt naar aanleiding van punt 8 op dat de inhoud van het in
formatieblad "Gemeentelijk beleid voor energiebesparing" voor de fractie van
de P.v.d.A. aanleiding is te vragen of burgemeester en wethouders voornemens
zijn een exemplaar van de werkmap aan te vragen. Is het overigens niet zo
dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten binnenkort met een rapport komt
over dezelfde materie?
voorzitter deelt mede dat er veel wordt geschreven en gesproken over ener
giebesparingsactiviteiten. Het college zal een werkmap doen bestellen. De
Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft al een groot aantal stukken ge
publiceerd omtrent het energiebesparingsvraagstukDat zullen er in de toe
komst wellicht nog wel meer worden. Burgemeester en wethouders zijn op hun
eigen wijze aan het verkennen op welke wijze de energiebesparing voor het ge
meentelijk woningbestand effectief ter hand kan worden genomen.
De heer Manneke mist bij de ingekomen stukken een brief van de heer J.A.K.
Mostert, Koningin Wilhelminalaan 26 van Q februari 1980 houdende een verzoek
om voorziening tegen een besluit tot weigering van een bouwvergunning. Waarom
ligt die brief niet bij de ingekomen stukken?
De voorzitter zegt dat van de heer van den Hil een soortgelijke vraag is inge
komen voor de rondvraag. Derhalve beantwoordt de voorzitter deze vraag bij de
rondvraag.
Zonder verdere beraadslaging worden de ingekomen stukken zonder hoofdelijke
stemming voor kennisgeving aangenomen en voor wat betreft nr. 9 met de opmer
king dat er goede .nota van genomen is dat de gewestelijke brandweer slechts
beoogt een bundeling van de bestaande regionale brandweren waarbij de taken
Van de plaatselijke brandweren onverkort onaangetast blijven.
Voorts heeft de voorzitter nog een mededeling naar aanleiding van het voorstel
van het college met betrekking tot de oude bomen in de vesting, hetwelk be
handeld is in de raadsvergadering van 15 januari 1980.
Momenteel worden de geplande werkzaamheden aan de bomen en de bestrating in de
Groenstraat uitgevoerd. De Werkgroep begeleidt die uitvoering van die werk
zaamheden intensief. De bomenbeplanting in de Groenstraat dreigt nu enigszins
uit het evenwicht te geraken, in die zin dat er in het gedeelte van de straat
dat grenst aan de Raadhuisstraat een aantal oude bomen blijft staan. Indertijd
is de afspraak gemaakt dat wat er aan oude bomen kan blijven bestaan en goed
bruikbaar is, in ieder geval gehandhaafd wordt. Nu de stand van zaken zover is
dat vrijwel alle nieuwe bomen geplant zijn, blijkt dat er aan de kop van de
Groenstraat een aantal oude bomen moet worden gerooid er blijft dan een re
stant oude bomen over dat van een zodanige kwaliteit is, dat redelijkerwijs
moet worden aangenomen dat die bomen over een x aantal jaren toch vervangen
moeten worden. De Werkgroep en het college zijn van mening dat ten behoeve
van het evenwicht in beplanting en het aanzicht van de straat beter is het
resterende aantal oude bomen nu ook te vervangen. Van verschillende bewoners
van de Groenstraat is regelmatig gehoord dat zij vinden dat de straat opknapt.
Deze mensen waren eveneens van mening dat voor een geslaagd eindresultaat de
resterende oude bomen ook dienden te verdwijnen.
-Gezien-