~T.Ói-:. PK C
-1 2-
Op 8 februari jol. ia alhier de brief van gedeputeerde staten van 5 februari
1980 ontvangen over de wijziging van de provinciale grens Noord-Brabant/
Zeeland/Zuid-Ho11ando
De in de gemeentewet voorgeschreven hoorzitting door de Commissie ex artikel
163 gemeentewet is op 31 augustus 1978 ten gemeentehuize van Willemstad ge
houden; alle leden van de gemeenteraad hebben daarbij van hun gevoelen kunnen
doen blijken. De heer de Visser heeft toen het woord gevoerd.
Gedeeltelijk is aan de bezwaren tegemoetgekomen.
1. Er zal een trapsgewijze afbouw als compensatie voor de inkomstenderving
als gevolg van de afname van het grondgebied worden opgenomen( in 4 jaar,
respectievelijk 80%,60%,40% en 20% van het bedrag der algemene uitkering
dat op het afgestane gebied betrekking heeft)
2. het Volkeraksluizencomplex (inclusief jachtensluis) blijft bij Noord-
Brabant/willemstad.
De interprovinciale commissie heeft de wettelijke procedure dus afgerond.
Die procedure eist niet dat de gemeenteraad nog wordt gehoord»
De behandeling van het voorstel zal vermoedelijk op 10 april a.s. in de Pro
vinciale Staten plaatsvinden; hangende de procedure kan de raad zich tot de
Provinciale Staten wenden (recht van petitie)afgewacht moet daarbij worden
of zulks de besluitvorming zal beïnvloeden.
De voorzitter geeft de raad in overweging om bij provinciale staten nogmaals
de bezwaren van de gemeenteraad uitdrukkelijk ter tafel te leggen, waarmede
unaniem wordt ingestemd.
4. Openbare Kleuterschool.
Ingeval "verlangen van een bepaald aantal ouders" verzoekt de gemeenteraad
- bij het ontbreken van het benodigd aantal kleuters - de Kroon het ver
eiste aantal kleuters lager te stellen voor de te stichten kleuterschool.
Geldt deze regel ook ingeval een besluit "eigener beweging"?
De voorzitter antwoordt de vraag bevestigend.
Bij Koninklijk besluit van 6 augustus 1960, no. 35 is uitdrukkelijk vastge
steld dat voor een schoolstichting eigener beweging dezelfde maatstaven gelden
als bij een schoolstichting op verzoek van een aantal ouders.
De wet bepaalt bovendien in artikel 10 dat de gemeenteraad niet besluit tot
het oprichten van een kleuterschool (en dat gedeputeerde staten de oprichting
van een zodanige school niet bevelen) indien niet blijkt, dat de school zal
worden bezocht door tenminste het aantal kleuters, hetwelk voor schoolstich
ting vereist is, i.e. 30.
Op verzoek van de gemeenteraad kan de Kroon in bijzondere gevallen voor twee
jaar dit getal lager stellen,doch nimmer op minder dan 20.
Het college heeft inmiddels de Kroon toestemming verzocht voor het stichten
van een openbare kleuterschool met een aantal leerlingen dat minder is dan 30»
De heer Tuinman vindt het fijn dat het college zulks aan de Kroon heeft ge
vraagd. Hij vraagt zich echter wel af of burgemeester en wethouders niet een
beetje zitten naast datgene wat vereist is, namelijk dat het de gemeenteraad
moet zijn die een dergelijk verzoek tot de Kroon richt»
De voorzitter heeft al gezegd dat de gemeenteraad een dergelijk verzoek tot de
Kroon moet richten.
De raad heeft besloten een openbare kleuterschool te stichten. Er is vastge
steld dat het aantal kinderen dat aangemeld is voor de kleuterschool onvol
doende is. Schoolstichting is dus niet mogelijk, tenzij toestemming door de
Kroon wordt verleend.
Het college heeft het besluit tot schoolstichting van de:.raad aldus uitgelegd
dat nu het wettelijk vereist aantal kinderen er niet is, de raad bedoeld
heeft te zeggen dat hij dus toestemming moet vragen aan de Kroon en dat be
sluit is inmiddels door het college uitgevoerd.
De heer Tuinman begrijpt dat de motie zodanig is uitgelegd dat daarbij als
-het-
