-17-
Het eerste wat in de nota opvalt, is dat de begroting ook dit jaar sluitend is
en dat daartoe geen bijzondere maatregelen dienden te warden genomen.
Onze fractie is steeds voorstander geweest van een sluitende begroting omdat
onzes inziens elke huishouding, zowel die van de staat, als die van de provin
cie, als die van de gemeente, als van ieder privé huishouden er voor moet
zorgen steeds de tering naar de nering te zetten.
Dat is overigens niet zo moeilijk in tijden van snelle economische groei, dat is
wel moeilijk in tijden van stagnatie en het wordt echt moeilijk als de economie
terugloopt, zoals dat voor 1981 te verwachten valt.
Ook al is er dan misschien nog wel een enkele politieke partij die er van
uit gaat dat in 1981 meer dan 2% groei te verwachten valt.
Overigens is het sluitend maken van de begroting een gevolg van de eerder ge
nomen besluiten tot verhogingen van de gemeentelijke belastingen en rechten.
Hiermee komen we direct terecht in de vicieuze cirkel kostenstijging - inflatie
belasting - begroting die alleen maar doorbroken kan worden als öfwel de
kostenstijging beperkt wordt bfwel de inflatie.
In het huidige constellatie lijkt die vicieuze cirkel moeilijk te doorbreken;
dat kan alleen bij een krachtig beleid.
Thans is landelijk duidelijk geconstateerd, en het college herhaalt dat zelf
in de nota, dat de overheid aan de grenzen van haar financiële mogelijkheden
staat.
Dat geldt dan eveneens voor de gemeentelijke overheid. Sterker, alle recente
economische indicatoren wijzen er op, dat de huidige grenzen overschreden
dreigen te worden omdat met name de belastingontvangsten sterk achter blijven
bij de ramingen ten gevolge van de sterke teruggang in onze economie.
Een nieuw gat van 3 4 miljard dreigt te ontstaan in de begroting en dat kan
niet nalaten gevolgen te hebben éék voor de gemeentelijke financiën.
Dat gat zou bij verdere teruggang nog wel eens veel groter blijken te kunnen
zijn. Dat is onvermijdelijk ten tijde van economische teruggang.
De vanzelfsprekendheid waarmee we tot voor kort konden aannemen dat de in
komsten zouden blijven stijgen, is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor on
zekerheid. Daar zullen we, of we het nu willen of niet, mee moeten leren
leven» We zullen er ook rekening mee moeten houden. Ons hoofd in het zand
steken, is gevaarlijk. Het totaal aan uitgaven van de gewone dienst stijgt
echter met £>s% ten opzichte van 1980.
Dat van de eigen belastingen eveneens, de post "andere inkomsten" met 7.7%.
De rijksbijdragen met 5%,
Dat er aan de inkomstenzijde onzekerheden zitten, is wel duidelijk. De
grootste inkomstenposten zijn de havengelden en de onroerendgoedbelastingen
die respectievelijk 40.8% en 38.3% van de totale post eigen belastingen uit
maken
Een vermindering in de rijksbijdragen van 1% (ofwel afgerond 48.000,zou
al: serieuze gevolgen hebben voor de gemeentelijke huishouding, omdat hiermee
de begrotingsruimte gehalveerd wordt.
U stelt in de nota, gezien de slechte economische situatie, dat de gemeente
iiVerriever moet worden in het aanboren van eigen financiële middelen.
Dit is niet zo moeilijk; mijnheer de Voorzitter, het betekent gewoon een verde
re verhoging van de belastingen en daar is niet veel inventiviteit voor nodig
om zoiets te bedenken.
Als u die weg op wil gaan, blijven de uitgaven verder stijgen daarna weer
de belastingen.,.enz.enz.
Het is erg gelukkig dat er geen ruimte is voor een gemeentelijke belasting
naar draagkracht, omdat dat naar het inzien van de fractie van de V.V.D.
mogelijkerwijs tot grote willekeur zou kunnen leiden, aangezien gemeenten
er verschillend over zullen denken en ieder een eigen beleid in deze wilt
voeren
Belasting naar draagkracht is naar de mening van de fractie van de V.V.D. een
zaak van de rijksoverheid en niet die van locale gemeenteraden.
-Als-