-3-
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt op voorstel
van de heer Manneke besloten de behandeling van de Sportnota aan te houden tot
de vergadering van de raad van 13 januari 1981.
Benoeming van een hoofd van de afdeling openbare werken
De voorzitter stelt voor over te gaan tot een besloten vergadering.
Overeenkomstig dit voorstel wordt door de raad besloten.
Nadat de voorzitter de openbare vergadering heropent heeft, wordt overgegaan
tot schriftelijke stemming.
Als leden van het stembureau fungeren de heren de Visser en van der Sluijs.
Er zijn elf geldige stemmen uitgebracht, waarvan zeven op de heer F,P, Loeff,
wonende te Ter Aar en vier op de heer J. Goedendorp, wonende te Willemstad,
waardoor de heer F,P, Loeff benoemd is tot hoofd van de afdeling openbare werken.
Vaststelling van de ontwerp-begroting 1981 voor de algemene dienst en de ont-
werp-begroting 1981 voor het gemeentelijk woningbedrijf.
Namens de fractie van de P.v.d.A. zegt de heer de Visser het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
dB fractie van de Partij van de Arbeid - ditmaal als gevolg van het mede door
ons voorgestelde roulerend schema als eerste aan het woord - wenst -evenals
de afgelopen jaren - aan het begin van deze algemene beschouwingen haar waar
dering uit te spreken voor het feit dat ook voor het komend dienstjaar weer
een sluitende begroting kan worden aangeboden.
Wederom willen wij onze dank en waardering uitspreken aan al degenen die door
veel verzet werk ervoor' gezorgd hebben dat de ontwerp-begroting in deze huidige
vorm voor ons ligt.
De inhoud van de aanbiedingsbrief getuigt van zorg, maar roept ook een aantal
vragen op, die voor een groot deel uitgangspunt zullen zijn voor onze opmer
kingen
Daarmee willen we nu beginnen en zo komen wij tot de volgende algemene beschou
wingen over het in 1981 te voeren beleid.
Inleiding.
Mijnheer de voorzitter,
wij hebben er eigenlijk weinig behoefte aan om er nog eens uitgebreid tegenaan
te gaan en bovendien kent u ons standpunt, maar wederom moet geconstateerd wor
den dat deze regering het gemeenten in steeds mindere mate mogelijk maakt dat
geen te dggr> wat gedaan zou moeten kunnen worden
De financiële mogelijkheden voor de gemeenten voor uitbreiding en verzwaring
van hun taken worden uiterst beperkt. Het percentage aan rijks-bijdragen is
opnieuw gedaald. De groei van de uitkeringen uit het gemeentefonds wordt lager
gesteld dan tot dusver gebruikelijk was. Eigen financiële middelen zullen door
de gemeenten aangeboord moeten warden en wel op rechtvaardige wijze.
Mijnheer de voorzitter, wat zou het rechtvaardig zijn als gemeentelijke belas
tingen ingesteld konden zijn op het draagkrachtprincipe.
Het gemeentelijk beleid is sterk afhankelijk van het door de rijksoverheid
gevoerde beleid. Hoewel de economische toestand in het land er niet rooskleu
rig uitziet en er dus geen paradijs op aarde verwacht hoeft te worden, ver
wachten wij toch dat een anders gekleurde rijksoverheid haar prioriteiten an
ders zal stellen, bijvoorbeeld in verband met de door u vermelde stadsver-
nieuwingsopjecten. Volgens ons laat de sociaal-economische toestand dus wel een
ander beleid toe.
De fractie van de P.v.d.A. hoopt met het college dat de verfijning van
historische stadskernen nog verder verfijnd zal worden.
Terecht wordt geconstateerd dat de rijksvergoedingen voor het onderwijs niet
toereikend zijn en dat dit jaar in jaar uit een vast onderwerp van kritiek is.
Verleden jaar werden geen extra middelen beschikbaar gesteld voor de gemeenten.
-Nu-