GAÏ8?vf"T. 3 TH 1A3- -2- Het antwoord op de vragen van de heren Dane en Manneke betreffende het aantal kinderen wilt de voorzitter combineren en wijst de heer Manneke op de dis cussie die de vorige begrotingsvergadering is gehouden, waarbij de raad besloot over te gaan tot stichting van een openbare kleuterschool zonder dat er enige telling van kleuters aan ten grondslag lag. Na een gehouden enquête is deze kennis er nu wel en een dergelijke opgave is voldoende om een kleuterschool te stichten. Dit betekent dat het college daar na niet meer gepeild heeft of de ouders nog steeds hun kinderen naar die school zullen zenden. Op basis van het aantal kinderen, opgegeven bij de en quête, is aan de minister verzocht om toestemming een kleuterschool te stichten met minder dan 30 kleuters. De Kroon heeft hierop gunstig gereageerd, en hierop berust de grondslag tot stichting van de school. De praktijk zal moeten uitwijzen of de school door meer of minder kinderen bezocht zal worden. Op de vraag van de heer Dane of de school levensvatbaar zal zijn antwoordt de voorzitter, dat nog geen jaar geleden uit de enquête is gebleken dat deze bestaat en wijst erop dat de open bare lagere school ook levensvatbaar is. Op basis van deze gegevens wordt de openbare kleuterschool gesticht. De voorzitter stelt, naar aanleiding van de vraag van de heer Tuinman, waarom de opening van de school aan het begin van het nieuwe schooljaar is, dat hieraan een rekensommetje ten grondslag ligt Het raadsbesluit tot stichting en het gevoteerde krediet zullen nog moeten worden goedgekeurd door gedeputeerde staten. Dit college heeft de tijd van twee maanden om hierop te beslissen en bovendien de mogelijkheid om twee maanden te verdagen. In het slechtste geval kan het dus nog vier maanden duren. Indien dit niet het geval is en binnen twee maanden beslist wordt kan in februari opdracht gegeven worden tot bouw van de school. Indien de weersom standigheden goed zijn kan het lokaal er eind maart staan, dan moet het nog worden ingericht. Na deze berekening kan de kleuterschool op zijn vroegst geopend worden tegen mei. Dat betekent dat er kinderen van 5 en 6 jaar zijn, die voor twee maanden van school zullen moeten veranderen. Hierover is te twisten, doch het college heeft voor het gemak gekozen om de opening te stellen aan het begin van het nieuwe schooljaar 1981/1982. Deze datum is niet zo vuurvast dat indien die datum wordt heet gemaakt er men zich aan zou branden. Op de vraag van de heer Manneke of de school geografisch het gunstigst staat antwoordt de voorzitter ontkennend. De plaats is in de vergadering van december 1979 gekoppeld aan de komst van de basisschool, waarin het kleuter- en het lager onderwijs samengaan. Hiervan uitgaande is noodzakelijk dat de kleuterschool en de huidige lagere school zoveel mogelijk een eenheid gaan vormen en dat betekent dat de lokatie van het lokaal door deze praktijk is bepaald. In dit geval dus mooi gezegd aanpalend aan de Willem de Zwijgerschool De heer Dane vraagt nogmaals wat dan de procedure is als blijkt dat bij de opening de kleuterschool wordt bezocht door minder dan 20 kinderen De heer Tuinman merkt op dat indien het aantal kinderen minder dan 20 bedraaet er niets aan de hand is. Pas als dit drie jaar het geval is, kan de raad besluiten om tot opheffing van de school over te gaan, maar dan is de wet op de basisschool m werking getreden, zodat van opheffing geen sprake meer zal zijn De heer Tuinman stelt dat het college bereid is, indien tot stichting wordt besloten, de stukken direct ter goedkeuring naar gedeputeerde staten te zen- sno^tagt Z^h ïfi°f h8t College biJ gedeputeerde staten kan aandringen om een spoediger afhandeling dan de gestelde twee maanden. -Zijns-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 159