a -19- De heer Manneke vraagt nogmaals of de opsomming van de bouw- en woon- technische kwaliteit op de inventarisatielijst ten behoeve van het meer jarenprogramma toch niet definitief is. Er heeft geen inspectie plaatsgevonden. Het is toch wel degelijk het geval dat in het meerjarenprogramma veranderingen aangebracht kunnen worden? De ^voorzitter stelt dat vanuit de kennis van de locale situatie en de kennis van de plannen die in het verleden voor het verkrijgen van een bouw vergunning of voor het verkrijgen van een subsidie zijn ingediend, een in ventarisatielijst van de bouw- en woontechnische kwaliteit van de woningen is opgesteld. Het moet mogelijk zijn het meerjarenprogramma hij te stellen wanneer de toe stand van bepaalde woningen daartoe aanleiding geeft. De heer De Visser lijkt het vrijwel onmogelijk om de kademuren te restau reren zonder dat de totale bestrating wordt verwijderd. De riolering dient dan ook gelijktijdig meegenomen te worden. De voorzitter wijst er op dat cleze zaken de hoogste urgentie hebben gekregen. De heer de Visser vraagt nogmaals aandacht voor de riolering aan de Beneden- kade. Als blijkt dat het rioolgemaal ten behoeve van het sanitaire ponton niet voldoende is om de capaciteit van de Benedenkade te verwerken, is het misschien zinvol om op het nieuw te maken rioolgemaal het sanitaire ponton aan te sluiten. Het kan best zijn dat het rioolgemaal ten behoeve van hst sanitaire panton toch aan vernieuwing toe is. De woningen Achterstraat 22,24 2G en 28 zijn naar het oordeel van de heer de Visser ook niet aangesloten op de riolering. Wellicht is het technisch te realiseren deze woningen gelijktijdig aan te sluiten. '-)e voorzitter zegt dat opmerkingen meegenomen zullen worden. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stoming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten vast te stellen een totaal uitvoeringsplan tot stadsvernieuwing voor de vesting Willemstad voor de jaren 190Q tot en met 1990. Bouwsteen voor jget pprgvinciaaJLf^ De heer Van de_n Enden heeft de stukken met betrekking tot de bouwsteen voor het provinciaal afvalstoffenplan met belangstelling golezen. In verband met de inwerking getreden afvalstoffenwet moeten de provinciale staten een plan vaststellen inzake de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. Hst streekgewest Westelijk Noord-Brabant is gevraagd hiertoe een bijdrage te leveren. De Stichting Verwijdering Afvalstoffen heeft een rapport uitgebracht; waarin opgenomen zijn de consequenties van de mogelijk bovenregionale functie van de vuilverbrandingsinstallatie. De provincie gaat een vervolgonderzoek doen naar de toekomst van de vuil verbrandingsinstallatie in Roosendaal. Verder wil het streekgewest zelf een onderzoek gaan doen naar toekomstige startlocaties in onze streek. In dit kader ziet de heer Van den Enden zeker een taak voor de diverse mi lieugroepen, om te voorkomen dat er stortplaatsen blijven en zeker dat er nieuwe worden georeerdDe oplossing is naar het oordeel van de heer Van den Enden heel simpel. Er moet voor gezorgd warden dat tie vuilverbrandingsin stallatie te Roosendaal kan blijven voortbestaan, zo nodig wordt uitgebreid en tegelijkertijd moet een verbod voor het aanleggen en het instandhouden van stortlocaties worden ingesteld. Daardoor zullen de andere tot het streek gewest Westelijk Noord-Brabant behorende gemeenten gedwongen worden deel te nemen aan het openbaar lichaam Vuilverwerking Roosendaal. Dit is een harde uitspraak. Het initiatief tot aansluiting van de 12 thans niet aangesloten gemeenten in de sarnenwerkingsregeling voor de vuilver branding zou moeten uitgaan van gedeputeerde staten. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 133