Onze fraktie heeft begrepen dat de norm die gehanteerd wordt 1,2 parkeer plaats per perceel is, waarbij aangetekend moet worden dat de openbare weg daarbij als mogelijk'heid niet meegerekend wordt. In de Pieter van Qldsnborghlaan is de verhouding perceel: parkeergelegenheid 1: ruim 1/41-1,8 In de Callenburghlaan 1:1,4. In de Callenburghlaan (Umaco-gedeelte)inclusief Boudewijn Drenkwaartlaan 1: 1,6 en als de parkeergelegenheid in de Drenkwaartlaan niet als algemene re serve wordt beschouwd, is de verhouding zelfs 1:2f2. Het blok Callenburghlaan-DsSanderslaan-DsSchoutenlaan-Pastoor Jutenlaan (binnenzijde dus} mag rekenen met con verhouding van 1:1,2, maar dit blok gezien in relatie tot het Umaco-gedeelte van de Callenburghlaan kent de ver houding 1:1,4, Ook in de Van Wassenaerlaan en aan de Hogeweg is -om een lang verhaal iets korter te maken- de verhouding gunstig. Ook binnen het nog op te leveren blok Vierlin^l61611^ aan/Cess van Gendlaan lijkt de norrn gunstig te worden overschreden. In de Abraham Andrieslaan en de achterzijde van de woningen aan de Ds. Sanders- laan (richting speelvoorzieningen) lijkt de situatie niet ongunstig. Hier speelt echter wel andere problematiek, waarop ik straks wil terugkomen. Blijft over het stiefmoederlijk bedeelde gedeelte van Plan Noordlangeweg, en dan denken wij aan de combinatie Dr. Jan v.d. Tempellaan 2 t/m 36, Arie de Witpark en Ds. Schoutenlaan (oneven nummers). Voor de Dr. Jan van den Tempellaan is de verhouding 1:1,1 of, als ds Van Was senaerlaan 4 t/m 22 meegeteld wordt 1: ruim 1,4. Voor wat betreft de oneven nummers van de Ds.Schoutenlaan is het cijfer 1: ruim 0,8. Daar ligt dus het grootste probleem. In een latere fase zijn de woningen aan het Arie de Witpark gerealiseerd. In uw éérste parkeervoorstel komt alleen de situatie in de Dr. Jan van den Tempellaan (inclusief achterzijde Van Wassenaerlaan 4 t/m 22) aan de orde. Uit mijn verhaal zult u begr. pon hebben dat mijn fraktie deze situatie onlos makelijk ziet met die in het Arie de Witpark en de Ds,Schoutenlaan (oneven). Als uw voorstellen worden aanvaard door deze raad, namelijk 10 parkeerplaatsen ten westen van perceel Van Wassenaerlaan 37 en 22 nabij het Arie de Witpark blijft de verhouding nog beneden de norm, namelijk 1:0,9-1,1. Reden waarom wij ons kunnen vinden in uw voorstel 1a. We hebben voor deze benadering gekozen, mijnheer de voorzitter, omdat deze de grootst mogelijke objectiviteit mogelijk maakte. Het realiseren van parkeer voorzieningen in een gedeelte van het plan waar de druk groter is dan in andere delen, lijkt ons een faire zaak» Dat het particulier belang dan weieens moet wijken voor wat als algemeen belang wordt ervaren, is erg vervelend, maar soms niet te voorkomen. Met betrekking tot de opmerkingen van de heer Van Sprang zouden we u willen vragen hoe het mogelijk kan zijn dat van gemeenteweg bij herhaling is medege deeld dat de grond ten westen van zijn perceel zou worden ingeplant. Op die manier zijn er bij de bewoner van perceel Van Wassenaerlaan 37 ver wachtingen gewekt, waaraan u zelf niet beantwoordt. Op z'n minst had de aan dacht gevestigd kunnen worden op het zich eventueel wijzigen van de omstandig heden Nog een opmerking, mijnheer de voorzitter. In het verhaal voorafgaande aan uw voorstel zegt u dat uit de reacties van de aanwezigen op de hoorzitting bleek dat het niet beschikbaar zijn van een parkeerplaats op de Dr. Jan van den jTempellaan zich hoogst zelden voordoet, en vervolgens stelt u voor 10 parkeer plaatsen aan te leggen. Het verhaal staat dus een borat je haaks op het voorstel. Nogmaals: wij.-, kunnen ons vinden in uw voorstel, maar dan wel op grond van een ander verhaal. -Parkeervoorziening-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 123