-li- De heer van den Enden informeert wat het motief was voor de verandering van het standpunt van de heer De Crane. De voorzitter antwoordt dat de heer De Crane, nu stelt dat burgemeester en wet houders hem indertijd verkeerd hebben begrepen. Hij heeft een nieuwe huurder gezocht en gevonden en daarmede is de pijn voor de gemeente Willemstad weg. Daarenboven is De Crane bereid een klein beetje te betalen maar niet de volle dig verschuldigde huur. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot het voeren van een rechtsgeding door het instellen van een eis in rechte bij de kanton rechter te Zevenbergen inzake de invordering van de achterstallige huur van het voormalig stadhuis te Willemstad, alsmede de daarbij behorende nevenvorderingen van de heer W.J. de Crane, wonende te Brasschaat (België) over het tijdvak oktober .1978 tot en met 31 augustus 1979 ad 21.120, Totaalbeeld van de gewestelijke gezondheidsdienst. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder beraad slaging en zonder hoofdelijke stemming besloten een reactie op het totaalbeeld van de gewestelijke gezondheidsdienst ter kennis te brengen van het dagelijks bestuur van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant. Aanvullend krediet voor uitbreiding en inrichting van de brandweergarage. De heer- Manneke heeft een voorstel voor een aanvullend krediet wel verwacht. De fractie van de J.V.D. is helemaal niet gelukkig met de architectuur van de uitbreiding van de brandweergarage. De wijze waarop het gebouw is neergezet is weinig passend in het beschermd stadsgezicht en ook weinig aansluitend bij het monument waar het aangebouwd is. De aluminium deuren zijn een doorn in het oog van de iractie van de V.V.D. Gevraagd wordt, nu het een gegeven is dat die deuren aanwezig zijn, ze tenminste een prettige kleur te geven. Het verbaast de fractie van de V.V.D. dat er nu weer sprake is van een diepere aanleg van de brandweergarage. Moet hieruit geconcludeerd worden dat de garage in eerste instantie te hoog is aangelegd? Ook is een post geraamd voor de inrichting voor een douche ten behoeve van de duikers, Afgevraagd wordt of het niet beter zou zijn een derge lijke douche-ruimte te maken in de benedenruimte van de woning van de haven meester Voorts wordt geïnformeerd of de kosten voor het betegelen van de uitrit zijn opgenomen in begrotingspost 618 of moet daarop een aanvulling tegemoet worden gezien? Tenslotte wordt ten aanzien van de isolatie van de bovenwoning gevraagd of hiervoor subsidie is aangevraagd of dat het college overweegt zulks te doen en of het bedrag dat de gemeente denkt te ontvangen verdisconteerd is in de be grotingspost 620 b. De heer van der Tlu.ideelt mede dat de fractie van het C.D.A. ernstige be zwaren heeft tegen het feit dat de in het voorstel genoemde posten niet waren opgenomen in de oorspronkelijke begroting voor de uitbreiding van de brand weergarage. Dit is een vergaande slordigheid die niet. in deze mate had mogen voorkomen De voorzitter^ zegt dat in 1980 uitvoering is gegeven aan een plan tot uitbrei ding van de brandweergarage dat van jaren her dateert. De uitbreiding van de brandweergarage was mede gekoppeld aan de bcuw van bejaardenwoningen en wonin gen voor alleenstaanden en de renovatie van 72 woningen. In 1978 is de oor spronkelijke aannemer falliet gegaan. Binnen dit kader is de uitbreiding van de brandweergarage tot stand gekomen. Het is eigenlijk een oud plan dat uit gevoerd is. Dat is jammer, want als een oud plan wordt uitgevoerd blijkt altijd dat een aantal zaken moeten worden aangevuld. De heer vair der Sluijs heeft gelijk als hij stelt dat de in het voorstel genoemde posten in de oorspronke lijke begroting hadden moeten voorkomen. Natuurlijk had er bij de start van het bouwplan rekening mee gehouden moeten worden dat de brandweergarage ook -ingericht-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1980 | | pagina 111