:-w q van het plan naar zijn besteksfase en vervolgens de bouwwerkzaamheden moet begeleiden» De gegevens over de exploitatie werden door de heer Manneke ook uiterst sum mier gevonden. Dat was voor het college ook wel een beetje een probleem» Het voorstel is niet gebaseerd op statistische gegevens.Het stichtingsbestuur en burgemeester en wethouders nemen aan, en hierover is kritisch gesproken, dat er een grote behoefte zal zijn aan meer zalen; er moet door de beheerder veel te vaak medegedeeld worden dat er geen ruimte beschikbaar is. Op grond daarvan kan een bepaalde prognose gemaakt worden» Hierbij is de nodige zorg vuldigheid betracht. Wat de kosten betreft verwijst de voorzitter naar het voorstel. Hierin staat vermeld dat rente en afschrijving van die ƒ.350.000,— een bedrag van 45.000,per jaar vraagt» Aangenomen wordt dat de meer- inkomsten door de uitbreiding 13.500,netto bedragen.Zodat dus èen bedrag van 30.000,resteert ten laste van de gemeente. Er zal ook wel wat meer bijgedragen moeten gaan worden in de jaarlijkse exploitatiekosten van het gebouw» Op grond van die overweging wordt gesteld dat het gemeentebestuur op den duur ongeveer 40.000,per jaar voor deze basisvoorziening kwijt zal zijn. Het is namelijk zo dat de exploitatie op dit moment nog te weinig rekening houdt met groot onderhoud. Burgemeester en wethouders vinden dat het stichtingsbestuur met dat onderhoud rekening zal moeten houden en dat hiervoor gelden dienen te worden gereserveerd. De tarieven die betaald gaan worden voor de exploitatie zijn met name voor de verenigingen etc. niet van dien aard dat het gebouw op de nullijn zou kunnen zitten of met een batig saldo zou kunnen eindigen. Daar is gewoon een bijdrage van de gemeente in nodig. Burgemeester en wethouders stellen dan ook voor een geldlening te verstrekken van 350,000,en hierbij te acccptertn dat zulks een aanslag doet op de gemeentelijke begroting per jaar omdat deze basisvoorziening in de gemeente noodzakelijk is en dat een gevolg van de erkenning van die nood zaak met zich meebrengt dat daarvoor de nodige gelden door de raad gevoteerd zullen moeten worden. In tweede termijn komt de heer Manneke terug op de commissie. Die commissie gaat heel wat anders doen dan in het voorstel staat. De plannen worden niet getoetst aan de werkelijke behoefte, want die is al reeds vastgesteld. voorzitter zegt dat bedoeld wordt het inwendige gebruik van het gebouw» Er wordt niet mee bedoeld de behoefte dat men van buitenaf claims legt op het gebruik» Dat wil zeggen er is voor vier avonden verhuur en voor drie avonden leegstand. De heer Manneke concludeert hieruit dat de raad niet opnieuw geconfronteerd wordt met een voorstel voor een aanvullend krediet. De bouwcommissie krijgt de opdracht binnen deze 350.000,te blijven. De heer Munters vindt dat de heer Manneke de taaie van de commissie wat uit zijn verband heeft gerukt. Er staat duidelijk in het raadsvoorstel, dat de commissie nogmaals de plannen zal toetsen aan de werkelijke behoefte nu en in de toekomst. Dus de behoefte is getoetst, maar er zal een natoetsing komen of er in het bestaande bouwplan nog wijzigingen moeten komen. Dat is bedoeld in het voorstel te zeggen. De voorzitter bevestigt dit. De heer Manneke vraagt hoe het college denkt het tekort van 40.000, te gaan financieren. Zal dit inhouden dat de onroerendgoedbelastingen met een gelijk bedrag verhoogd moeten worden, want daar komt het in wezen op neer. Er zijn ongeveer 1000 gezinnen in Willemstad; dat zou dus inhouden dat er een verhoging moet komen van 40,per gezin uit de onroerendgoedbelas-» tingen. Dat is allemaal goed en wel, maar de heer Manneke wil daar tegenover stellen, dat het college misschien het stichtingsbestuur nog een keer in overweging kan geven het exploitatie-overzicht nog eens nadrukkelijk te bekijken en te bezien of de tarieven die gehanteerd worden nog wel redelijk geacht mogen -worden-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1979 | | pagina 92